Beste familie Feenstra,
Wat een verdrietig bericht. Gecondoleerd met jullie verlies. Voor de komende tijd wens ik jullie veel kracht en sterkte toe. Helaas kon ik jullie vader/opa de laatste jaren maar heel af en toe bezoeken, maar wil nu toch even afscheid van hem nemen. Online ga ik dat donderdag ook zeker doen.
Lieve meneer Feenstra,
Toen mijn nichtje mij liet weten dat u overleden was, dook ik gelijk in de herinneringen. Wat zijn er daar veel van en wat hebben we een gezellige uurtjes gehad op de dinsdagen en vrijdagen, de jaren dat mijn moeder op unit 1 van de Kwartel woonde. Uw verhalen waren onderhoudend en vaak interessant, uw humor bij tijden inspirerend , maar vooral uw wijze zwijgen heeft indruk op me gemaakt in die tijd.
Op dinsdag kwamen Sjef en de gaai mee en nam Sjef u mee uit wandelen. Net twee ondeugende kwajongens op pad, want jullie kwamen altijd lachend en tevreden terug. Vaak bleef het een beetje de vraag wat jullie allemaal uitgespookt hadden en kregen we als antwoord op de vraag een grijns en een lach van allebei. Dikke pret gehad dus.
Op vrijdag maakten we het gezellig en keuvelden we de dag door, met links en rechts een grap. Want een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, zoals u zei.
Op feestdagen genoot u altijd van de sfeer en de maaltijden, die we verzorgden. Maar een koud buffet vond u niet echt een vervanging voor een warme maaltijd, zelfs niet als de mussen van het dak vielen, dus we aten het als lunch. IJs was echter zomer en winter welkom, daar lustte u wel pap van, heeft u me vaak verteld.
Herinneringen genoeg, zoals de keer dat u, bij gebrek aan een wandeling, dik ingepakt op het terras zat en op de ruit tikte als een roodborstje omdat het begon te regenen. Ik was bezig de huiskamer op te leuken in verband met de aankomst van Sinterklaas in Nederland en u vond het leuk om te helpen. Vanuit de rolstoel klonk het: “iets meer naar rechts, iets omhoog, tikkeltje naar beneden, klein stukje naar links”. Tot ik met lamme armen een blik over mijn schouder wierp en een dikke grijns en glimmende oogjes zag. U vond het heerlijk om te plagen en ook toen nam u me behoorlijk in het ootje en genoot er met volle teugen van. Het was een vrolijke middag met z’n tweetjes.
Met carnaval kwam ik meestal in een rare outfit aan op de unit. Als jullie bijgekomen waren van de verbijstering en uitgelachen waren, had u altijd wel wetenswaardigheden of verhalen, waar iedereen met genoegen naar luisterde. Een keer gooide Debora de serpentines over u heen en gaf u het droge commentaar: “Dat had ik nou nooit gedacht, dat ik op deze leeftijd nog versierd zou worden door een jonge meid”. Veel humor, wijze woorden en een liefdevolle bejegening naar mensen. Dat was u in een notendop.
Lieve meneer Feenstra, ik wens u een goede laatste reis naar huis en denk met liefde en plezier aan u terug.
Dineke-Breda