Dit had ik je nog willen zeggen...
Onder het genot van een namiddagse zomerzon en een borrel, met de prachtige boom in de tuin van het landgoed 't Haveke als getuige, gaf jij tijdens een lange draaipauze antwoord op mijn vraag hoe jouw dag eruit zag voordat je filmacteur werd.
Jij ging er voor zitten en ik zette mij schrap voor een langdradige opsomming.
Jij stond voor acht uur op, vertelde je, om de hulp of verzorgster te ontvangen om dan tussen ergens tussen tien en elf uur in je stoel wakker te schrikken. Je vertelde dit met de nodige zelfspot, misschien dat het mij daarom zo trof. Maar man, wat ben ik blij dat je wakker bent gebleven.
Ondanks je blindheid waren jouw reacties op de gesprekken om je heen trefzeker. Je schetste ons fragmenten uit jouw lange geschiedenis, waarin je een mix van ernst en humor in restanten amsterdamsbravour verpakte.
Het ogenschijnlijk gemak waarmee jij je arm door die van mij stak, en jij je daarmee volledig overgaf aan mijn gestuntel in een poging ons beiden door een deur te loodsen, vond ik ontroerend.
In jouw huis en jouw fraaie tuin had je mijn hulp niet nodig. Met verbazing en ontzag heb ik jouw van commentaar voorziene gang van het terras naar jouw geliefde plekje in de zon zien afleggen. Jij hebt het misschien niet eens gemerkt, maar ik stond op scherp om in te grijpen: “Ja, nu! Oh nee, nog niet...Goddank, die zit”
Fysiek en conditioneel leverde je zichtbaar in. Geestelijk liet jij je niet klein krijgen en bleef jij je voeden door luisterboeken over allerhande geschiedenissen.
Ik was blij dat jij de buiten in de warme zon opgenomen sketch in het KWW project hebt kunnen opluisteren met je (geacteerde) irriterend gelach.
Toch verraste jij mij volkomen toen jij op donderdag 21 januari mededeelde die middag te worden opgenomen bij Sensire. “Om spieren te kweken in mijn benen.” (je zei het bijna opgewekt). Je viel te vaak en je kreeg je benen niet onder je om jezelf omhoog te werken met het gevolg dat je moest blijven liggen totdat er iemand kwam...
Vrijdag 22 januari belde ik je om te vragen of en hoe ik je kon bezoeken. Je was nu lekker dichtbij. Je zei het niet te weten, wel gaf je mij de naam van de afdeling. Je stem had beduidend minder kracht dan de dag ervoor en je was moeilijk te verstaan. Je had een droge mond, verklaarde je.
Zondag gebeld met de afdeling. Vanwege code rood mocht ik je niet bezoeken en je was een beetje ziek. Ik heb een paar keer de voicemail ingesproken en nam mij voor de geestelijke verzorging in te schakelen om in contact met jou te komen.
Zondag 31 januari nam op de afdeling niemand de telefoon op.
Maandag 1 februari, tijdens een telefoongesprek met mijn dochter werd ik gebeld door een onbekend nummer. Aansluitend op het telefoongesprek vond ik opnieuw jouw voicemail en belde vervolgens met de afdeling waar jij zou zijn. Na wat aarzeling vertelde men mij dat je was overleden...en men gaf mij het nummer van jouw zoon Frank, hetzelfde nummer dat ik eerder die ochtend had gemist. (dank je wel nog, Frank)
Jou heb ik tijdens je verblijf bij Sensire, een uitgelezen kans je te bezoeken, helaas gemist en dat is wrang. Missen doe ik je nu ook en zeker straks, wanneer wij verder gaan met het KWW-project.
Jij wilde 102 jaar oud worden. Jij bent mijn inspiratie om 100 te worden. Zo blijf jij bij mij nog 25 jaar “onder de pannen”, Wieger.
Het was groots om jou te hebben leren kennen.
Jouw fan Juun.