Tjaarda is op 4 december 1950 in Zwolle geboren als jongste van een gezin met vijf kinderen. Het leeftijdsverschil onderling was groot: hij scheelde 15 jaar met zijn oudste broer Flip. Daartussen zaten de drie zusters: Margot, Polly en Addy. Op 10 jarige leeftijd werd hij al oom, daarna werd hij in de familie vaak “oompje” genoemd.
Tjaarda was een vrolijk gezellig en heel charmant kind. Samen met Addy, de kleintjes, verkende hij de wereld om zich heen en haalde veel kattenkwaad uit.
Hij ondernam van alles, was niet super sportief, maar bleef toch altijd betrokken bij de sport. Op jonge leeftijd was hij al een bondscheidsrechter bij de hockey met een natuurlijk gezag. Hij was heel sociaal had een grote kring vrienden en vriendinnen om zich heen.
Zijn middelbare schooltijd verliep niet helemaal smetteloos, met als dieptepunt het zakken voor zijn eindexamen, waardoor hij nog een jaar in Zwolle moest blijven. Maar echte leven had zoveel meer te bieden dan dat saaie schoolwerk. Samen met zijn vrienden waaronder Hendrik Quirijns maakte hij Zwolle onveilig. Bij de Bierton in Schelle was hij een veel geziene gast. Hij vond veel gezelligheid bij zus Margot en zwager Eddy die inmiddels ook in Zwolle waren komen wonen met hun groeiende kindertal.
Medicijnen werd het, zoals ook broer Flip, zuster Addy en zwager Eddy. Flip en Eddy hadden gestudeerd in Utrecht, net zoals vader Ad. Maar net zoals Addy, 2 jr. eerder, moest Tjaarda bij de loting uitwijken naar Leiden. Tot verdriet van vader Ad, omdat deze zijn studie medicijnen ook in Utrecht had gedaan. Hij bereidde zich voor door het werken als broeder in het ziekenhuis en als helper bij verstandelijke gehandicapten. Hij wilde een dokter worden die niet vanaf de hoogte de patiënten benaderde.
Ook in het studentenleven was hij heel actief maar liep vlot door zijn studie heen. Kenmerkend voor Tjaarda was dat hij bestuurslid was bij Semper, het muziekgezelschap van het Leidse Corps, zonder ooit zelf een muziekinstrument bespeeld te hebben. Wel, de triangel zei Tjaarda dan! Hij was praeses van het medisch genootschap Hippocrates en nam de leden mee naar Kos. Een foto van dat bezoek stond altijd bij onze ouders op een prominente plaats.
Tjaarda koos voor de chirurgie maar wel in combinatie met sport. Zijn co- assistentschap chirurgie deed hij in het Rode Kruisziekenhuis in Den Haag, waar Addy assistent interne geneeskunde was. Bijzonder was voor hun beiden dat ze regelmatig samen diensten gedaan hebben.
Eenmaal afgestudeerd in 1978, begon hij begon zijn chirurgen opleiding ook hier. In samenwerking met het Rode Kruisziekenhuis was in 1976 de medische dienst van de ANWB-alarmcentrale opgericht.
Tjaarda werkte hier vol enthousiasme aan mee en hij heeft heel wat vluchten waarbij patiënten werden gerepatrieerd gemaakt, in heel Europa.
In de zomer van 1982 was Addy met haar gezin en moeder Ans op vakantie in Frankrijk. In 1974 was bij haar de ziekte van Waldenstrom geconstateerd, de zelfde ziekte als waaraan Tjaarda leed...
Ze werd tijdens deze vakantie zeer ernstig ziek en toen heeft Tjaarda haar direct kunnen halen, met een klein ambulance-vliegtuig van de ANWB.
Ook in dit ziekenhuis heeft hij Joan ontmoet. Hun trouwdag, 26 november 1983, viel samen met de (grote, peracute) hersenbloeding van Addy. Daardoor werd dit niet meer een echt feestelijke dag......
Na 2 jr. Den Haag vervolgde hij zijn opleiding in Enschede, daarna Maastricht en Geldrop.
Bij Maastricht werkte hij ook al, als clubarts, bij MVV, in Geldrop kwam daar PSV bij. Hans, Derk en Renee werden geboren. Helaas kwam het tot een echtscheiding in 1992, waarbij Tjaarda het grootste deel van de zorg voor de kinderen op zich nam. Dit was wel natuurlijk heel zwaar in combinatie met de lange dagen werk en diensten draaien als chirurg, hoeveel hulp hij ook inschakelde.
Tjaarda was een hartstochtelijk en goed zeiler. Addy en Nico en kinderen koesteren mooie herinneringen aan de zeiltocht in 2000, die ze maakten met hem en zijn 3 kinderen. Ze voeren een week lang op de Middellandse Zee op een grote catamaran.
Tjaarda vond zijn thuis in het Brabantse land, dook helemaal onder in activiteiten en, net nadat hij ontdekte dat hij ziek was, nodigde hij Ingrid uit voor een zeiltocht. Dat was het beste dat hij had kunnen doen. Ingrid en hij, samen met de kinderen vormden een harmonieus geheel. Samen hebben ze veel lief en ook het leed gedeeld. Wij zijn heel dankbaar dat Tjaarda uiteindelijk zijn geluk bij Ingrid gevonden heeft.
Margot, Polly, Addy