Lieve Tineke, Roelant, Elise, Elfriede en Kasper, en familie,
Waar te beginnen.
Bij een eerste kennismaking bij Het Vervolg ergens in de tachtiger jaren?
De grote, wat rommelig ogende, vriendelijke grote man, met zijn wat aarzelend gemompel, -het ‘ja jôh’ leek aan hem vastgeklonken-begeleid door het voortdurende ietwat nerveuze geschuif van duim en vingers, nam een wereld mee die zich langzaam voor mij zou ontvouwen.
In Utrecht zag ik een voorstelling met het studententoneel? waarin zijn fascinatie voor de ‘seksuele mens’ in al zijn naaktheid zichtbaar werd. Ik vond het maar vreemd, associeerde dit volstrekt niet met zijn verschijning tot dan toe.
En vroeg mij ook af, wat moet ik hiermee?
Hij nam een heel eigen universum mee. Introduceerde Chiel met zijn lezingen over postmodernisme. En wilde regisseren.
De burgerlijke verstikkende moraal, Duits, de wereldoorlogen, Männerfantasien , liefde voor de taal, zijn bewerkingen, zijn aandacht voor vrouwenrollen, al dan niet psychotisch, het werden de elementen waarmee hij zijn theatrale universum vormgaf.
Langzaamaan ontwikkelde er zich een samenwerking die voor Het Vervolg en voor mij heel bepalend is geweest.
Ik heb zo’n mooie en dierbare rollen in de regies van Leon kunnen verwezenlijken.
Al na twee weken liet hij ons een doorloop doen. Wonderlijke theatermomenten, waarin we er doorheen rausden. Zo kreeg je de kans op intuïtie maar wat te doen, met zijn allen gaan met die banaan, niet te veel nadenken. Hij gaf spelers een heel eigen soort autonomie. Ik geloof dat hij begreep wat ik speelde, ook als ik het zelf nog niet helemaal begreep. De combinatie van onze-Het Vervolg- vaak vrolijke en ietwat uitvergrootte speelstijl met Léon’s wat duistere invalshoek heeft prachtige combinaties opgeleverd. De Avonden, Thuis, Vitrac, Heyermans’ Eva Bonheur en de Meid. Tragi- komedies zonder dat ik het idee had dat hij nou zo’n komedie regisseur was. Maar deze komedies van haat en liefde waren aan hem besteed. En de aandacht voor de taal. Zijn hér-taal.
En de Duitse moderne schrijvers, daar was hij bijzonder door gefascineerd, daar werden zijn thema’s en de vorm meer expliciet. Wat mij betreft soms te, want daar werd het dubbelop. Ik zelf vond hem op zijn best als hij in de kneuterigheid en het onderdrukte van de burger wroette. Dan werd het ontroerend, gelaagd en humorvol. In deze teksten was het niet expliciet, waardoor hij er zijn visie in kon leggen, dat was spannender.
Iedere productie kwam het weer ter sprake.
Bloot of niet bloot?
Met name de vrouwen hadden daar iedere keer contact over. Niet doen was de conclusie. Hoe vaak hij er ook op aandrong, wij vonden dat het niet nodig was. Bij het publiek was er ook enige vermoeidheid te onderkennen. WEÉR EEN ACTEUR IN EEN ONDERBROEK?! ZUCHT.
Of zoals een recensente van de plaatselijke krant pleegde te zeggen -ze was net de koningin-: ‘WIJ konden dit niet waarderen’
Soms dachten we, zit hij daar nou te slapen op de tribune?
We hebben ook menigmaal verzucht, zeg eens wat, of we begrepen niet goed wat hij nou wilde. Gekmakend. Dit kwam bij de latere producties tot een clash met een acteur van ‘buiten’. Een memorabele bespreking in de kleedkamer van de schouwburg in Kerkrade staat in mijn geheugen gegrift.
En jullie waren er altijd, als familie.
De kinderen!
De verhalen die hij binnenbracht over jullie.
Die hij altijd meenam naar de voorstellingen, hoe klein ook nog maar . Hij vertelde soms ook over jullie om ook gedrag van de personages in het stuk te begrijpen of ons als spelers te voeden. Altijd liefdevol.
En Tineke, natuurlijk, Tineke.
Grote liefde . Slim , autonoom, de klus klaren als je alleen de kinderen moest opvoeden als hij in Maastricht was. Geen première zonder Tineke. Geen dag zonder Tineke, volgens mij belde hij je iedere avond ,laat vaak,, beetje eenzaam op kantoor. Het waren de tijden zonder mobiele telefoon.
Hoe moeilijk toen er dingen moesten veranderen. Iets onontkoombaars, dat wat je niet wil en wat blijkbaar toch moet. Het moment dat hij voor het eerst terug was in Maastricht , samen met Tineke,in de Bordenhal met de prachtige Vroman voorstelling koester ik. En de viering van zijn verjaardag een paar jaar geleden. Ik ben blij dat ik daarbij mocht zijn.
Ik had hem graag zelf fysiek nog willen zeggen wat hij ook voor mij betekend heeft.
Ik ben er in gedachten bij jullie en bewaar de herinneringen, niet ‘bleek’, niet ‘weggezet’.
Aan de muur van mijn werkkamer hangt een portret van De Meid, gemaakt voor het theaterfestival destijds. De Meid, -met dank aan Leon-: grijnzend, met een mengeling van plezierige, wellustige wraaklustigheid. Haarscherp.
Het is gezien en niet onopgemerkt gebleven
Dank Leon. Rust zacht. Zoen Mieneke