We zijn opgegroeid in een warm en liefdevol gezin. Van de lagere schooljaren kan ik me nu niet zoveel meer herinneren, maar tijdens de onze pubertijd zochten we elkaar steeds meer op.
We hadden allebei onze eigen muzieksmaak en die werd dan ook in onze kamers thuis gedraaid.
Op een gegeven moment had pa er zo’n genoeg van dat hij ons sommeerde om bij elkaar op één kamer te gaan zitten en het geluid te dempen zodat hij dan tenminste het journaal kon horen……..
We sloten een compromis over de muziekkeuze en zodoende kwam ik in aanraking met Yes.
Samen hebben wij een concert bezocht in Rotterdam. Ook hebben we een concert bezocht van Rick Wakeman, de toetsenist van de band die enkele solo optredens gaf. Fantastisch was dat, een dierbare herinnering. De rode draad in de muziek beleving van Johan was Jimi Hendrix. Zijn kamer was helemaal beplakt met eierdozen om het geluid te dempen. Dat zette geen zoden aan de dijk: het stucwerk achter de boxen heeft het begeven….
Van zijn “wilde jaren” is vooral zijn kledingkeuze me bij gebleven. De imitatie bontjas was prachtig. Op de rug gezien, met allebei het zelfde lange haar, was er geen verschil te zien, ook niet voor onze ouders. Ik heb die jas dus wel eens gedragen. Ook de kleding uit de dumpstore was bijzonder. Ma begreep niet waarom hij zijn kleedgeld besteedde aan dat aftandse stinkende spul. Ze stopte het in de wasmachine om het enigszins toonbaar te krijgen.
Ook heeft hij nog eens een blauwe maandag in een bandje gezongen. Ik heb het nooit gehoord; ik geloof niet dat ik iets gemist heb maar daar kunnen zijn vrienden beter over oordelen….
De Thomos bromfiets intrigeerde mij. Die was veel spannender dan mijn Peugeootje. Ik kon er niet zo goed mee overweg en parkeerde hem in de struiken; zonder schade gelukkig. Ik heb het nooit opgebiecht. Het uitgaansleven van Ridderkerk werd geruild voor dat van Breda en zo kwam Sonja in zijn leven.
Samen met pa heeft hij in Barendrecht zijn eerste eigen huis opgeknapt en er met veel plezier gewoond. Na een aantal jaren kwamen de twee prachtige dochters uit Sri Lanka.
Wat jammer dat onze ouders dit niet mochten meemaken. Wat zouden ze trots geweest zijn!
In de afgelopen jaren hadden we niet veel maar wel goed contact. Soms voelden we tegelijkertijd de behoeft om elkaar te bellen. Dan belde hij met de mededeling van: “Ik moest aan je denken.” Soms was ik de eerste die via de telefoon contact zocht met dezelfde reden. 1 a 2 keer per jaar zagen we elkaar onder het genot van een heerlijke maaltijd en een goed glas. We bleven soms ook overnachten; het was fijn om ’s-avonds laat niet nog weer helemaal naar huis te moeten rijden.
Eind vorig jaar beleefden we weer eens zo’n gezellig weekend nadat hij mij belde met de mededeling dat we te weinig contact hadden. “We zien elkaar te weinig”, zei hij. “We worden ouder en het is belangrijk dat we elkaar meer zien”. Bovendien wilde hij ‘s-avonds in het donker niet meer autorijden.
Op de weg naar huis keken mijn man Johan en ik elkaar aan. Er was iets met hem aan de hand maar we konden er niet de vinger op leggen. Nu weten we beter.
In maart vierden we nog met elkaar de 60e verjaardag van Sonja. Het was een heerlijke, waardevolle avond. In april kwam hij naar mijn concert luisteren in Amersfoort. Ook toen bleef hij overnachten…… De rest is geschiedenis.
Ik heb met grote bewondering gezien hoe hij met zijn ziekte omging. De fijne momenten in de tuin, thuis in Etten-Leur, waren van grote waarde.
Het was moeilijk om de laatste weken de achteruitgang te zien. Gelukkig is hij liefdevol verzorgd in het Hospice.
Lieve Sonja, Dhilany en Suraya: dank jullie wel voor de liefdevolle verzorging en aandacht die jullie hem al die tijd hebben gegeven. Het was intens.
Het moment van de ziekenzalving was heel bijzonder en heeft ons troost en hoop gegeven.
Vanuit die hoop wil ik ons allemaal iets meegegeven:
In de bloembol is de krokus,
in de pit de appelboom.
In de pop huist een belofte:
vlinders fladderen straks rond.
In de koude van de winter
groeit de lente ondergronds.
Nog verborgen tot het uitkomt,
God ziet naar de schepping om.
Elke stilte kent zijn zingen,
zoekt een woord een melodie.
Ieder duister wacht een morgen,
in dat licht is alles nieuw.
Het verleden bergt de toekomst,
wat die brengt, je weet het niet.
Nog verborgen tot het uitkomt
God alleen herschept en ziet.
In ons einde is de aanvang,
in de tijd oneindigheid.
In de twijfel ligt geloven,
in ons leven eeuwigheid.
In de dood het nieuwe leven,
Overwonnen alle strijd.
Nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herkent de tijd.
Natalie Allyn Wakeley Sleeth
Lied 982 uit Liedboek uitgelicht
Goede reis broertje!