Beste Ton, bijzondere Ton,
Of ik van plan was een woning te kraken in Utrecht? Dat was de laatste vraag bij een 2e gesprek eind oktober 1976 op Atheneum F. de Munnik, waarvan jij de rector was.
“Indien niet, dan ben je aangenomen, en verwacht ik je maandagmorgen op school.”
Ik moest de eerste lesdag afbellen; die nacht was ik vader geworden en ik moest eerst aangifte doen. Dat begreep je, maar: “Ik verwacht je morgen wel want de achterstand in de examen-klassen is al 2,5 maand.” Je stuurde bloemen, heel attent.
Mijn pad ging niet over rozen; op school niet en privé evenmin. Er waren veel problemen:
ik moest het vak van lesgeven nog onder de knie krijgen. Dat duurde enkele jaren. Maar ik genoot van de school, de leerlingen en de docenten. Dankzij jou, dankzij jouw vertrouwenwekkende houding, dankzij alle goede en mooie gesprekken, dankzij de gezellige dagelijkse thee-momenten op jouw kamer na afloop van de lesdagen.
Je beschermde ons tegen de onredelijke relefoontjes van ouders na afloop van de overgangs-
vergaderingen. “Dat handel ik af”, zei je dan aan het docententeam na verhitte discussies over de twijfelgevallen: “over of doubleren.” We voelden ons onder jouw hoede altijd veilig.
Ik heb heel mooie herinneringen aan jou en aan Atheneum de Munnik: vooral over het lustrumfeest, en een jubileum. En je liet me gaan naar een kolenmijn, met 3 atheneum3 klassen die niet aan het werk te branden waren. Ik wilde de leerlingen wakker schudden. Ik was immers hun mentor en voelde me verantwoordelijk voor hen en hun studieresultaten.
Het was al voorjaar en ik moest een daad stellen. Dat is wonderwel gelukt. Ondanks waarschuwingen van docenten om dit avontuur beter niet te ondernemen.
Tijdens een ziekteperiode na mijn hartoperatie werd ik vervangen door leraar Knor. “Je zal maar Knor heten en biologie moeten geven”, zei je nog. Ik had mijn leerlingen dringend verzorgd hier met respect mee om te gaan. Maar als je 5/16 jaar bent …
Ton belde me : “Kun je gauw beter worden want het geknor en geschreeuw is vanuit jouw biologielokaal hier aan de overkant niet meer te harden”.
Later liet je mij op de administatie een uitdraai zien van jouw eerste computer. “En dit is nou een spreadsheet!”, riep je enthousiast. We raakten valer in gesprek en vroeg me samen met jou een aantal lessen voor de docenten op te zetten in “programmeren in DOS.”
En je maakte me in overleg met het bestuur “bekwaam en bevoegd”, om die lessen te starten.
Dit werd het begin van een 2e vakgebied naast biologie, waar ik op Collegde de Heemlanden
verder mee kon bij het vak Orientatie op Informatica.
In mijn prive gebeurden er ernstige dingen, waar ook jij partij in werd. Je moest in overleg met het Bestuur de leerlingen van A5-klas van bed laten lichten. Er was bij mij thuis brand uitgebroken. Er waren ook aanwijzingen, dat de school er iets mee te maken zou kunnen hebben. Om alles uit te sluiten werden ook de leerlingen gecheckt. Een grootse daad.
Je hebt me jarenlang gesteund om daarna als alleengaand ouder van 2 jonge kinderen verder te kunnen en docent te blijven op De Munnik. Waarvoor grote dank !
Tijdens onze mooie, laatste ontmoeting in de tuin vertelde je mij, dat je mijn boekje “En die van mij”, met belangstelling en verbazing gelezen hebt.
Het betreft een ego-document geschreven n.a.v. mijn afscheid van College de Heemlanden en het onderwijs bij het bereiken van mijn pensioengerechtigde leeftijd in 2011.
Of exacter: een half jaar te vroeg, teneinde eens in een rustige tijd op wintersport te kunnen. En niet per 1 augustus aanvangende het nieuwe schooljaar.
Ik zag je fronsend kijken: inderdaad, daar was de schoolleiding niet blij mij.
Ik heb dit exemplaar aan jou geschonken op 16 januari jl. tijdens mijn tweede bezoek aan jou in Tiel. Het was op éen na mijn laatste exemplaar van de 250; speciaal voor iemand bewaard.
Uiteindelijk heb ik jou daartoe uitgekozen.
Tussen het afscheid nemen in jouw tuin zei je:
“Als ik de inhoud hiervan tijdens jouw sollicitatiegesprekken geweten had, dan zou ik je misschien niet aangenomen hebben.”
We hebben hier samen even hard om kunnen lachen.
Weer zo’n typerende uitspraak van jou, Ton; als rector en als mens.
Dank je wel voor alles wat je voor me deed en betekende.
Hanneke en ik wensen jou alle vrede en rust; bij jouw Ineke.
En jullie kinderen, Paul Anton, Petra en Margot en hun dierbaren wensen we heel veel sterkte toe bij het grote verlies van jullie beide ouders; veel te snel helaas.
Johan van Dijk