Lieve Thomas,
Natuurlijk wisten we dat dit het onvermijdelijke einde zou zijn, nadat we je van de zomer bezochten. Je was toen al danig aangetast in je mogelijkheden. Maar wat was dat een fijn bezoek. Herinneringen opgehaald als oude buren, we waren elkaar uit het oog verloren, jullie naar Haarlem, wij naar Groningen, maar door onze zoons, die vroeger dikke vriendjes waren, en nu toevallig allebei in Londen bleken te wonen, zijn we weer in contact gekomen.
Zo’n bijzondere vent was je Thomas, Geestig, intelligent, welbespraakt, supercreatief en zachtaardig. Ik heb je zien toneelspelen, op verjaardagen verhalen horen vertellen totdat iedereen blauw van het lachen was, tekenfilms gezien. Er hing een groot schilderij van je in de hal van de school. Je sinterklaasoptreden voor onze kinderen, die bijna niet meer geloofden was hilarisch, al ontdekten ze het elastiekje van je baard, en al had je nou niet bepaald sinterklaasachtige schoenen aan, en al bleek de telefoon waarin je zogenaamd met Piet zaken besprak hoorbaar de in-gesprektoon te piepen, je bleef strak in je rol en de kinderen bleven in het ongewisse. Was het nou toch echt of niet? Je improvisatievermogen was grandioos.
Of je verhaal dat je een keer met een aantal vrienden noodgedwongen naar een naaktcamping moest, en hoe je dan beschreef hoe de overbuurman achteruit kruipend zijn tent uitkwam…
Of je woordloze rol in een theaterstuk van je zus, waarin je elke keer een prachtige tekening maakte, die je na afloop van de voorstelling in stukken knipte en uitdeelde aan de kinderen als herinnering aan de voorstelling.
Kortom, wat zullen Carla, Emiel en Tessa je missen, zo’n uniek mens. Maar ook, wat zijn ze bevoorrecht om jou als man en vader gehad te hebben.
J+H