Nog maar kort als rondleider bij Feyenoord leerde ik jou kennen als collega. We hadden direct een klik en al snel hadden we veel meer dan oppervlakkige conversatie als hallo-alles-goed-mooi-weer-vandaag-tot-de-volgende-keer. Natuurlijk spraken we over voetbal, dat hoorde er nou eenmaal bij als rondleiders bij de mooiste club van Nederland. Maar meer en meer gingen onze gesprekken over muziek, kunst, literatuur, politiek, het nieuws, onderwijs, onze kleinkinderen, en kinderen. Jij sprak over hen met grote passie en vooral trots. Die trots proefde ik toen je mij meenam naar een uitwedstrijd van Feyenoord tegen Willem II. We moesten voor de poort wachten op je zoon, die bij de Tilburgse ‘tricolores’ hoofd jeugdopleiding is. Toen je hem aan zag komen lopen om ons op te halen zei je vol trots: “Als zijn moeder hem zo eens zou zien in zijn mooie clubtenue, dan zou ze volschieten”.
Zoals jij sprak over je kleinkinderen daaruit proefde je pure liefde. En zoals jij van je kleinkinderen hield, ging je ook om met de kidstours die jij op jouw geheel eigenwijze invulde. Jij vond dat je die kinderen een onvergetelijke dag moest bezorgen, die ze voor de rest van hun leven zouden onthouden. Jij schafte voor eigen rekening een speelgoedmicrofoon aan waarmee je de kinderen quasi kon interviewen als waren zij de grote vedettes van Feyenoord. Liep je in de spelerstunnel dan liet je via een kleine speaker de muziek horen, die in de Kuip klinkt als de spelers het veld opkomen. Liep ik tegelijkertijd met jou een tour in de Kuip, dan klonk opeens vanaf de tribune het Hand in hand kameraden omdat je met de kids de trappen was opgestormd om luidkeels het bekende lied te zingen.
Maar niet alleen was jij gepassioneerd voor wat betreft de rondleidingen, je had vooral ook het beste voor met de club. Je had ideeën de tours te verbeteren, maar tegelijkertijd was je ook positief kritisch over de gang van zaken rondom ons clubje rondleiders en de afdeling waaronder wij bij de club functioneerden. Daardoor had je soms best wel eens een aanvaring, maar dat bleef bij jou gelukkig nooit hangen. Daar stapte jij snel overheen. Dan zag ik je weer van alles en nog wat oppikken in de Kuip. Dan zag ik weer die ‘witte reus’ die het naar zijn zin had.
Jij was actief binnen onze rondleidersgroep. Je organiseerde een borrel bij jou thuis, je richtte een app groep op, jij bezocht collega’s die vanwege een fysiek mankement uit de roulatie waren, en je viel in bij plotselinge uitval van een van de collega’s. “Ik woon toch vlakbij”, zei je mij. Je hield graag je roedel bij elkaar, bleek mij altijd weer. De vrijdag, voor jouw fatale dag, hadden we nog een uitgebreide app conversatie, waarin je blijk gaf van je geweldige taalgevoel, een ding dat we ook gemeen hadden. We konden soms uitermate verbaasd zijn, maar ook enorm lachen om de dingen die we rondom ons zagen gebeuren.
Je was mijn tribune buurman in de Kuip, Theo. Ik zie nu al op tegen de eerste wedstrijd die ik zal bezoeken, zonder jou naast me.
Nooit meer samen een wedstrijd kijken.
Nooit meer jouw luide roep ”kom op Kenneth, je kan het”
Nooit meer een high five als we scoren.
Nooit meer jou over de stoeltjes zien klauteren om een goal te vieren met één van je bekenden.
Nooit meer een baco met jou voorafgaand aan de wedstrijd op de tweede etage.
Nooit meer samen juichen.
Nooit meer samen lekker schelden als de ploeg niet zo speelde als we graag wilden zien.
Nooit meer jouw enthousiasme.
Nooit meer jouw vitaliteit.
Nooit meer jouw vriendschap beleven.
Nooit meer Theo Riemersma.
Nooit meer.
Vaarwel onvergetelijke vriend. Ik ga je ontzettend missen.
Peter Bakker, rondleider