‘He Adje, ik vind het fijn dat je er bent’, zei Rob 21 jaar geleden plotseling. De geboorte van Daan is tegelijkertijd de geboorte van mijn relatie met Rob. Op de dag van de bevalling scheurde ik halsoverkop naar het oosten waar mijn zusje zwakker dan zwak in een ziekenhuisbedje lag. Na het korte ziekenhuisbezoek stelde Rob me een vraag die volledig uit de lucht kwam vallen. ‘Blijf je vanavond slapen, ik wil niet alleen zijn.’
Tot dan was Rob die veel te stoere kerel die weliswaar slechts een paar maanden ouder is dan ik, maar duizend jaar volwassener. Een echte kerel die al op vissersboten voer, vrienden met tatoeages had en zware shag rookte. Gevoelsmatig had ik net mijn Lego opgeborgen. En toch vroeg die grote kerel of ik wilde blijven slapen.
Die avond dronken we bier in de achtertuin van het huis in Borne terwijl we in het vuurtje in de buitenhaard staarden. We hadden het over de schoonheid van het vaderschap, de liefde voor mijn zusje en van alles en nog wat. Toen de zin ‘He Adje, ik vind het fijn dat je er bent’ klonk, veranderde onze relatie op slag. Ik keek niet langer op tegen die ruwe bonk, maar zag hem als het warme en loyale mens dat hij is. We verschilden nog altijd als dag en nacht, maar we mochten en waardeerden elkaar definitief.
Afgelopen januari stapte Rob binnen in een Chinees restaurant in Delhi. Bij toeval vloog hij die dag op India en mijn vriendin Karen en ik sloten er net onze vakantie af. We hadden nog net tijd voor een gezamenlijk diner. Toen de deur van het restaurant open zwaaide en Rob binnen kwam, was de begroeting net zo warm als het gevoel van 21 jaar eerder. We pakten wat meer kilo’s beet, maar de beuken op de schouder en het grijnzende smoelwerk voor me voelden vertrouwd.
Natuurlijk had Rob – attent en gul als hij is – cadeaus meegenomen voor de jarige Karen. Net zo vanzelfsprekend bestelde hij een gerecht te veel. Dat schrale gedoe was maar niets en gelukkig vond hij in ons medestanders. Het eten was goed, maar dat maakte de avond niet bijzonder. De onderlinge band die we aan de andere kant van de wereld voelden, deed dat wel. Dat gevoel hou ik vast.