(Deel 2)
Helaas kwam er een dag dat het niet meer lukte om op de fiets naar Goirle te gaan en moest René steeds meer inleveren. De laatste tijd lag hij vaak in het ziekenhuis. Toen ik daar eens kwam rond borreltijd; had ik bier, worst en kaas meegenomen. Het worst-kaas scenario. Het ziekenhuisvoedsel was smerig en René stortte zich gretig op de fuet en Saint Agur. Maar wel zonder toastjes, want lekkere kaas moet je niet verpesten door een droog kaakje eronder. Het biertje liet René staan, maar hij vond het hilarisch dat ik die wel opdronk en stiekem wegmoffelde in mijn mouw toen de zuster binnenkwam.
Ook tijdens René’s laatste week was ik welkom in het ziekenhuis, wat ik heel bijzonder vond. Op zaterdag zei hij dat hij graag een kaasplankje samen wilde eten als hij in het hospice terechtkwam. We wisten allebei dat de kans klein was dat hij dat zou halen, maar ik speelde het spelletje van hoop met hem mee.
Tot maandag, bij het krieken van de dag. René appte mij: “Dus… wanneer gaan we kazen?”. Ik moest werken, maar begreep dat het nu of nooit was en skipte mijn vergadering op dinsdag, om naar het ziekenhuis te gaan met een uitgebreide kaasplank. Evelien liet me weten dat René er soms niet helemaal bij was. Maar toen ik binnenkwam, zat René klaarwakker in bed, reikhalzend uitkijkend naar zijn kaasplank. Met zijn ogen dicht proefde hij de kaasjes, waar hij intens van genoot. Het bleek de laatste middag van zijn leven te zijn.
René wilde ook graag samen bespreken wat ik zou vertellen bij zijn uitvaart. Niet vanuit censuur, maar meer vanuit nieuwsgierigheid. Dit verhaal is dan ook door René zelf gehoord en goedgekeurd. Om hier samen over te praten in zijn laatste dagen, is een unieke afsluiting van een mooie vriendschap.
Ik zal René gaan missen als ik weer een grappige meme zie, als ik twee verschillende sokken aantrek, als ik aan één van de borreltafels zit waar wij zo vaak zaten, als ik een mooie zin tegenkom in het Engels, als ik het spelletje Everdell speel en als ik Saint Agur op een kaasplank leg.
Maar René, volgens mij wil je niet dat wij bij de pakken neer gaan zitten. We zullen op je proosten en het leven blijven vieren. Want de jaren die jij gemist hebt, leef ik graag voor twee - in de hoop dat jij er aan de andere kant van kunt meegenieten.