De droefheid over het overlijden van Pierre Mathieu (70) kwam eerst. Daarna volgden al snel de vele prachtige verhalen die over deze bijzondere volleybalcoach de ronde hebben gedaan. Mathieu was een verhalenverteller, hij was de meester van de psychologie en de man van de trucs om de tegenstander nog voor de wedstrijd op achterstand te zetten.
Die stories lijken de achterban, zijn vrienden, collega’s en de media meer te zijn bijgebleven dan de tien nationale titels (met Turnhout, Starlift, Ruisbroeck, Kortrijk en Nesselande) die Mathieu achter zijn naam kreeg. Coaches met een gouden ster, eerbewijs voor tien kampioenschappen, zijn er niet veel in Europa.
Hij won, met Starlift, in 1983 ook een Europese beker, de Europa Cup 3, waarbij hij, de leraar weg- en waterbouw, Bredase schooljongens inhuurde die in Voorburg, 80 kilometer van huis, de Italianen van Roma uitjouwden. ‘Italianen zijn daar gevoelig voor’, zo verklaarde Mathieu zijn ingreep.
Mathieu was uitdagend. In 1986 liet hij zich op de cover van het maandblad Volleybal afbeelden, met een glas champagne in de hand, leunend tegen zijn Mercedes van de Duitse Bundesligaclub Moerser SC. Daarnaast stond de Peugeot van zijn vrouw, verdiend bij Brevok. ‘Het huis is van Stoop (sponsor van Starlift) en de tuin van Kortrijk’, liet Mathieu erbij zetten.
Mathieu ging soms te ver. Zijn psychologische trucs wekten hier en daar woede. Hij plaatste een tuinkabouter in het veld voor de wedstrijd tegen Martinus, om de kleine spelverdeler Avital Selinger (1.76) belachelijk te maken. ‘Van zo’n tuinkabouter kunnen we niet verliezen’, sprak hij.
In de Belgische finale met Kortrijk gaf hij zijn eigen steraanvaller voor het oog van de camera een klap voor in het gezicht, toen die bij de stand 12-12 in de beslissende set het veld uit wilde. Mathieu noemde het powerpsychologie. ‘De jongen, die ik had geslagen, kuste me na afloop.’
Naast zijn meesterstukken in de nationale competities van Nederland, België en Duitsland had hij graag op het hoogste niveau, de Olympische Spelen, een grootmeesterlijke rol gespeeld. Hij nam in 1998 de nationale vrouwenploeg onder zijn hoede, maar hij botste met ervaren speelsters als Cintha Boersma, Henriëtte Weersing en Erna Brinkman. Er werd geen medaille gewonnen in Sydney. De nationale ploeg kwalificeerde zich niet eens.
De man die zich ‘de meester’ liet noemen vond zichzelf te veel in de kantlijn van het topvolley beland. Hij had het legendarische team van Martinus willen coachen, samen met Peter Murphy, maar Dé Stoop, de liftenfabrikant van Starlift, hield hem in 1985 aan zijn contract. Daarna werd Arie Selinger de grote man in Amstelveen.
Mathieu kon op de grondlegger van het goud van Atlanta afgeven. In een interview met de Volkskrant was hij scherp: ‘Ik zet vraagtekens: waarom heeft meneer Selinger in 1984 geen goud gehaald met de Amerikaanse vrouwen? Waarom wonnen ze negen keer van China en verloren ze de tiende keer, in de olympische finale? Waarom is hij nu niet de grote man in de USA? Waarom heeft Alberda wel de gouden plak gehaald? Waarom heeft Gerbrands wel de Europese titel gehaald?’
Dat was Mathieu op zijn scherpst, haast vilein, maar met kennis van zaken. Die volleybalcoach nam in 2006 afscheid van zijn geliefde metier en overleed op donderdag 3 april aan alvleesklierkanker. Hij bleek, acht jaar, na zijn pensioen bepaald niet vergeten.
John Volkers.