“Wil je spreken bij mijn uitvaart?”
“Wil je spreken bij mijn uitvaart?” Peter vroeg het me, een paar weken geleden, in het hospice in Ermelo, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. De vroeg ontroerde me. Natuurlijk Peter, zei ik. Met liefde. Letterlijk.
Ik werd eergisteren gebeld door Ed Nijpels, die het nieuws van Peter had gehoord en wilde delen hoezeer hem dat had aangegrepen. We haalden mooie herinneringen op aan onze avonturen met Peter en aan de tijd van TROS Aktua in bedrijf, TROS Aktua Export en alle aanverwante variaties.
“Het wordt stil om ons heen,” zei Ed. Van ons kleine maar hechte Aktua in bedrijf team waren achtereenvolgens Yvonne Habets, Paul Steenbergen, Tineke Verburg en nu ook Peter Hofstra ons al voorgegaan, allemaal veel te vroeg.
Toen ik Peter de laatste keer sprak, zei hij met die prachtige twinkeling in zijn ogen dat hij zich verheugde op het moment dat hij Tineke weer zou zien. Hij kon zich goed voorstellen, vertelde hij, dat ze met open armen op hem stond te wachten en zou uitroepen “Hofstraaaa!”
We nemen vandaag afscheid van Peter in De Verbeelding, en ja, verbeelding had hij, net als creativiteit en fantasie. Niet voor niks draaide zijn hele werkzame leven om ‘het beeld’. Maar als er nou iemand was die zichzelf absoluut niets verbeeldde dan was het Peter Hofstra. Integendeel, er waren zoveel mensen die de afgelopen dagen juist benadrukten hoe ontzettend aardig maar vooral ook hoe ontzettend bescheiden Peter altijd was. In de wereld van het beeld barst het van de ego’s die graag vooraan willen staan, omdat ze “van de televisie zijn”, maar Peter was daar niet één van. Hij was het gelukkigst als hij stil op de achtergrond zijn werk kon doen. En dat deed hij perfect. Ik schreef het deze week al in een social media bericht: Peter was de altijd betrouwbare en onwrikbare rots waarop wij allemaal konden bouwen. Waarop we altijd konden rekenen, en nooit tevergeefs.
We hebben samen de wereld over gereisd, naar Indonesië, Hong Kong, en dat kon soms best hectisch zijn. Maar Peter bleef altijd de rust zelve. Hij regelde, hij betaalde, zijn leren tasje met al het contante geld werd altijd zorgvuldig gehanteerd, en overal waar hij kwam wist hij mensen voor zich te winnen met zijn ontwapenende charme en zijn lachende ogen. Zo’n man gunde je toch alles? En zo kreeg hij heel wat deuren voor ons open.
Hij is -volgens de verhalen, want ik heb zelf in die ruim 30 jaar nooit meegemaakt- maar één keer uit zijn slof geschoten en boos geworden. Een stagière bij TROS Aktua had een fout gemaakt en probeerde dat bij Peter in de schoenen te schuiven. Daarmee ging ze een lijn over. Midden op de redactie riep Peter in woede tegen haar: “Idioot!”. Iedereen om hen heen viel stomverbaasd stil. Peter? Boos? Daar wordt onder de TROS-collega’s nog steeds over gesproken, omdat het zo uniek was.
Toen ik bij de TROS kwam, in augustus 1990, viel op dat eigenlijk iedereen wel een bijnaam had. Vooral de oude Paul Steenbergen grossierde in vaak bijzonder treffende bijnamen. Voor Peter was er ook eentje, en die zei heel veel: Harde Werker. Eén van de weinige bijnamen van al die mensen bij de TROS waar respect en bewondering uit sprak. Caspar Becx, oud TROS collega, zei deze week op LinkedIn: Peter deed veel meer dan het soms leek.
Waar Peter wel, in elk geval toen, soms moeite mee had, was techniek en vooral computertechniek. Wij hadden toen nog allemaal zo’n oude MacIntosh computer, die prachtige vierkanten kastjes, en je moest Peter soms uitleggen hoe je sommige dingen nog makkelijker kon doen. Dan keek hij met grote ogen toe, en dan zeiden wij: “Er gaat een wereld voor je open hè”. Dat werd een gevleugelde uitdrukking: “Er gaat een wereld voor je open”.
En Peter bekeek die wereld altijd met blijde verwondering. In onze jaren was hij niet alleen producer, maar ging hij ook regelmatig met een cameraploeg op stap. En de filmpjes die hij maakte waren altijd doorspekt met een prachtige subtiele humor.
Ik weet nog dat hij een filmpje maakte over een bedrijf dat deuren en sleutels produceerde. Het eerste shot: we zien Peter naar de voordeur van het hoofdkantoor lopen, en vervolgens vervolgens verwoed rukken aan een deur die schijnbaar op slot zit. Prachtig.
Wij maakten ook graag gebruik van Peters humor en komische uitstraling, in gespeelde scenes met bijvoorbeeld Martijn Krabbé. Iedereen die hem zo bezig zag., met een perfecte timing, zei: daar moet je meer mee doen! Maar dat was niks voor Peter, hij genoot van die dingen maar bleef uiteindelijk toch liever bescheiden op de achtergrond. Martijn Krabbé zei vorige week tegen me: “Peter was zo’n lieve gast”. Daar sprak zoveel waardering uit.