Ergens in de jaren '80 was Misha gestrikt voor een soloconcert in de Burg Zaal, door het Rotterdamse International Jazz Festival. Hem interviewen mocht, maar dan wel in de auto, heen en weer. We hadden thuis in Amsterdam afgesproken. Bij zijn voiture aangekomen, bleken de deuren los, en de sleutel nog in het contact. 'Iedereen mag elke dag een stukje in m'n auto rijden', verklaarde hij, 'mits hij 'm weer op dezelfde plaats terugzet. Er ligt ook wel eens een zwerver op de achterbank'.
Tijdens de heenrit informeerde ik naar geruchten over Fluxus-achtige optredens, met de suite voor piano, cello en een door dames in juten zakken op te tuigen kerstboom. Evenals naar vleugels die hij als opmaat pesterig placht af te stoffen. Hij was zogenaamd alles vergeten.
In de volgepakte Burg Zaal haalde hij niet een stofdoek te voorschijn, maar twee keisteentjes waarmee hij een hommage bracht aan Afrikaanse, percussieve tradities. Nadat de in zwart leer gestoken, Rotterdamse jazzers de zaal kankerend hadden verlaten, zette Misha alsnog in voor een memorabel recital. Het zou nog jaren duren voordat hij hier terug mocht komen. Misha, die zijn kat een hoogst interessante pianist vond, genoot van alle misverstanden rond zijn persoon en spel. Hij liet zich niet graag kennen. 'Moeten ze zelf weten.'
Toch wist hij zich moeiteloos te vestigen als een internationaal erkende, moderne jazzpianist. In 1994 bijvoorbeeld, door eigen composities op de Avant-cd Who's Bridge, met bassist Brad Jones en drummer Joey Baron. In 2007 was een Northsea zaal in Rotterdam nota bene als Europese pianosalon ingericht. Daar toonde Misha zijn kunnen, temidden van grootheden als Stan Tracey en Martial Solal. Begeleid door bassist Greg Cohen en slagwerker Ben Perowsky gaf hij een weergaloze interpretatie van de Weense revuehit Just a Gigolo. Om een traan bij weg te slikken, zo mooi. Complimenten na afloop wuifde hij weg. 'Tijd voor 'n biertje.'
Vanuit Curacao: tabee makker, we zullen je blijvend missen!