Ik bewaar veel goede en intense herinneringen aan jou, Jo. Bij Jong Nederland Helvoirt, waarbij je ‘jouw’ jongens tot het uiterste verdedigde als dat terecht was en hen keihard op hun verantwoordelijkheid aansprak als het nodig bleek. Bij het kindervakantiewerk, trots op het prachtig grote kampvuur dat je had georganiseerd. Bij de Pax Christi Voettochten waar ik jou van een andere kant leerde kennen: waar je mensen toeliet om dichtbij te komen en waar je je zorgen en je genegenheid deelde. En ik denk ook met plezier terug aan de feestjes die natuurlijk bij al die activiteiten hoorden…
De laatste keer dat ik jou zag, was bij gemeenschappelijke vrienden voor de deur. Ik kwam aan toen Ans je net in de auto had gezet om te vertrekken. Ik heb nog even met je gesproken, je hand vast gehouden, je gestreeld over je rug, en je mijn kameraadschappelijke liefde verklaard. Fijn dat ik dat nog heb kunnen doen.
Als er leven is na de dood wordt jij met opwinding opgewacht, Jo. Omdat er wordt geweten dat jij een goede man was, maar dat het ook onverwacht spannend kan worden met jou, dat jij bij het balletje trappen een faire tackel niet uit de weg gaat, dat je ook daar onomwonden zult gaan zeggen wat je denkt, en dat er uiteindelijk hartelijk gelachen zal worden.
Ik moet denken aan een trouwfeest waar we in een kring het stichtelijke lied “geef mij je hand…” zongen. Waarbij jij de laatste zin om de andere keer opzettelijk verbasterde en zong “dat je best kunt leven zonder mij”. Om aan te geven dat het belangrijk is om met én zonder de ander te kunnen leven. Dat was jij voor mij Jo: een man die het leven recht in de ogen bleef aankijken. Ik heb gehoord dat je dat tot het einde bent blijven doen.
Ik gun jou je rust Jo. Ik ben blij dat we samen een stukje zijn opgelopen. Dank voor al het goede.
Het is fijn om te weten dat naast Ans, Jochem en Maarten, er vrienden waren die de laatste jaren letterlijk en figuurlijk naast je stonden. Ik wens hen allen sterkte bij het afscheid, ook voor in de periode erna.
Goede reis Jo!