Jeroen is dood. Het was een aangekondigde dood waar veel over geschreven werd. Niet in de laatste plaats door hemzelf in het boek ‘Kanker voor beginners’. Ik was benieuwd naar zijn necrologie. Jeroen van Merwijk was een fantastisch theatermaker en liedjesschrijver maar bleef door het grote publiek (te) onopgemerkt. Niets werkt kennelijk zo verhelderend als een naderende dood want in het artikel over zijn overlijden in de Telegraaf wordt hij geroemd om zijn succesvolle reeks theaterprogramma’s en zijn kwaliteiten als tekstschrijver. In werkelijkheid waren zijn zalen, tot zijn eigen frustratie, maar zelden tot de rand toe gevuld. Maar over de doden….
Ik leerde Jeroen kennen toen ik in 1991 als technicus in Theater Bellevue werkte. In de kleine zaal trad een cabaretier op die ik niet kende. Dat gebeurde veel: de kleine zaal van Bellevue was een ideaal podium voor beginnende cabaretiers en gevestigde cabaretiers die hun voorstelling wilden uitproberen voordat ze aan de grote zalen begonnen.
Hikhuilend van het lachen zat ik achter de mengtafel naast Niesje, zijn toenmalige vriendin en tevens technicus. Elke avond moest Jeroen zijn lied ‘Wat zijn de vrouwen groot’ opnieuw inzetten na de eerste regel omdat er te hard gelachen werd om door te kunnen spelen. Ik was fan.
Vele avonden brachten wij met zijn drieën door aan de bar van de Smoeshaan en later trof ik hem regelmatig na afloop van zijn voorstellingen die ik altijd bezocht.
We bereikten nooit de status van vriendschap- ons contact was hartelijk maar bleef beperkt tot het theater.
En nu is hij er niet meer. Overleden in Frankrijk in het bijzijn van zijn vrouw Jeanette.
Als ik in het theater applaus wilde afdwingen knalde ik er een black-out in. Een zeer probaat middel om het publiek, bijna als een pavlovreactie, te laten applaudisseren.
Maar soms, bij een gevoelig einde van een voorstelling, liet ik het licht heeeeel langzaam uitfaden. Zo langzaam dat het bijna onopgemerkt bleef. En dan, vlak voordat de schuif op 0 procent stond en het podium in duisternis gehuld zou zijn, was er even een kort moment dat het leek alsof de lampen nog heel even oplichtten.
De dood van Jeroen was een fade-out- hij speelde zijn voorstellingen altijd in het volle licht maar het was dat ene korte moment in zijn trage fade-out, vlak voor het eindeloze zwart, dat moment dat de lampen nog even fel oplichtten, dat maakte dat hij eindelijk de lof kreeg die hij verdiende.