Zullen we een afspraak maken met elkaar? Zullen we afspreken dat het nu mooi is geweest? Zullen we afspreken dat de rest van het jaar niemand ons meer verlaat?
Een maand of twee geleden reed ik naar Vinkeveen om de verjaardag te vieren van mijn goede en lieve vriend Paul. Samen met Menno, zijn zoon, de beste evenementenfotograaf van het westelijk halfrond. Het was een prachtige dag. Heet ook. Er heerste een uitgelaten sfeer in de door Paul afgehuurde uitspanning aan een sluis bij Waverveen.
Net binnen kreeg ik een drankje in de handen gedrukt en het werd een heerlijke middag. Een weerzien met oude bekenden: Frank mijn eerste ‘echte’ baas van wie ik zo ontzettend veel heb geleerd, Marc een choreograaf waar ik al zovaak mee probeerde te werken, maar dat nog nauwelijks tot stand heeft kunnen komen. En, niet in de laatste plaats, de man die Hoofd Productie was toen ik in 1990 voor John de Mol/Wentink Evenementen kwam werken: Jean Pierre.
Zullen we alsjeblieft afspreken dat het nu genoeg is geweest?
Jean Pierre begroette me allerhartelijkst. We hadden veel bij te praten en zetten ons aan een van de tafeltjes. Om hem heen rende zijn jongste zoon van zeven en hij was intens gelukkig met zijn vrouw die ik voor het eerst ontmoette.
In de jaren negentig verdiende we bij als DJ. Ik deed dat vaak in een discotheek in het oosten van het land en Jean-Pierre deed dat bij de Marlboro drive-in show. Hij introduceerde me bij de Marlboro drive-in show en zo verdiende ik op verschillende plaatsen wat bij in het land en, omdat ik nog rookte, bood die ‘gig’ me nog allerlei extra voordelen. Vaak draaiden we samen. Jean Pierre en ik. En dan reden we vanuit de uithoeken van ons land samen terug naar de randstad.
Even een zijsprongetje: toen ik jong was keek ik vaak series met mijn moeder mee. Zij hield van Dynasty, maar ook The Loveboat behoorde tot ons favoriete kijkverdrijf. The Loveboat verhaalde over de avonturen en escapades aan boord van een luxe cruise-schip. Er was een gedistingeerde kapitein, Captain Stubing, een hoofdstewardess Julie, de olijke matroos Gopher en de medische verantwoordelijkheid van de passagiers was in handen van de droge ‘Doc’. Maar mijn favoriete bemanningslid was Isaac. Een barman met een onuitputtelijke energie en dito snor. Een trotse zwarte man met een lach die iedereen, man en vrouw, deed smelten.
Jean Pierre was Isaac. Jean Pierre had een tomeloze energie. Jean Pierre wond iedereen om zijn vinger. Jean Pierre behield het overzicht. Althans, zolang het nodig was, want als hij de verantwoordelijkheid los kon laten mat hij zich een bourgondische levensstijl aan: drank en goed gezelschap, uitbundig feestend. Zo ging dat in de jaren negentig van de vorige eeuw.
De tijd haalt iedereen in. De laatste keren dat ik Jean Pierre zag waren de scherpste randjes er wel vanaf. Hij leidde een stabiel bestaan, maar behield zijn voorliefde voor een wijntje en ongedwongen gezelligheid.
Aan het tafeltje in Vinkeveen, op het feest van mijn vriend Paul, praatte Jean Piere voluit. We moesten snel weer es afspreken, dat zou nog es gezellig zijn. Zweet parelde over zijn door de medicijnen opgezette poriën. Met een handdoekje veegde hij zijn voorhoofd keer op keer droog. Verliefd keek hij naar vrouw en kind. We haalden mooie herinneringen op en Jean Pierre was optimistisch over de behandeling van zijn kanker die aanstaande was. Natuurlijk was er het risico dat het niet goed uit zou pakken, maar waarom zou hem dat overkomen? Hoe groot was die kans?
Groot genoeg. En waarom het hem overkwam kan ik niet beantwoorden. Feit is dat het niet goed is uitgepakt en dat ik voor de zoveelste keer dit jaar afscheid neem van een stukje verleden.
Zullen we afspreken dat het nu klaar is met mensen die ons ontvallen?
Ik herinner de positieve energie, ik herinner het vakmanschap, ik herinner de gezelligheid, maar weer es afspreken om bij te praten…nee, dat gaat niet meer lukken.
Rust zacht JP