Immanuel en ik zagen elkaar niet vaak in de 36 jaar dat we elkaar gekend hebben. Hij was echter een van die mensen in je leven waar het niets uitmaakte hoe lang je elkaar niet gezien had; onze beeldhouwharten vonden elkaar moeiteloos bij elk contact. Hij koos zijn woorden weloverwogen, het leek of hij elke zin de moeite waard moest vinden om uitgesproken te laten worden. Net als in de muziek die hij componeerde en speelde moesten woorden, evenals noten, ergens over gaan. Ik ontmoette hem voor het eerst toen ik 18 was, nog voordat ik op de kunstacademie zat. Ik keek enorm tegen hem op, mede omdat hij een gesprek met mij meteen serieus nam terwijl ik van toeten nog blazen wist aangaande de kunsten. Zijn charismatische uitstraling zorgde er ook voor dat ik beter nadacht over wat ik wilde zeggen. Dat is altijd gebleven, ook de laatste keer dat we elkaar troffen op straat toen hij net z'n chemo kuur achter de rug had. "Ik ben niet zielig hoor" en hij pakte een zak gips op die ik nog naar boven moest tillen. aangekomen in mijn atelier keek hij, voelde en ervaarde hij, nam de tijd, daarna kwamen pas de woorden. Het was als altijd een bijzonder samenzijn. Wees niet bang lieve Immanuel, we zullen je altijd bij ons blijven dragen.
Ik wens alle familie en vrienden veel sterkte met het verlies. Gelukkig heeft hij genoeg hoorbaars, zichtbaars en tastbaars achtergelaten om ons aan hem te herinneren.
André Kruysen,
kunstbroeder uit Den Haag