In 1989 na de ontgroening op de KMA werd Hugo mijn Corps-Pa. Hij maakte mij wegwijs in de mores van de KMA en de Cavalerie. Wat keek ik als eerstejaars tegen Pa op. De soirees, de diners, de liederen, Dies Natalis, zijn onuitwisbare herinneringen.
Ik luste geen bier, op onze eerste Pa-Zeun stapavond, wel Bacardi-cola. Dat was een “dure avond” Een jaar later luste ik wel bier,
Hugo was net als ik, geen hardcore binnenslaper. Wij gingen de weekenden graag naar huis, of wat anders doen dan in Breda blijven.
Wat een mooie praktische bijkomstigheid was, Hugo had een auto en woonde destijds in Leusden en ik in Putten.
De trein Putten Breda deed er meer dan 2,5 uur over. Regelmatig reed ik dus vanaf station Amersfoort mee. Bram, jaargenoot van Hugo, uit Ermelo reed dan ook vaak mee. Zaten drie grote jonge kerels met grote tassen, bijna opgevouwen in zijn autobianci (later Lancia). Scheelde ruim uur reistijd.
Ik herinner mij het overlijden van Hugo’s vader nog, volgens mij moet dat ergens in 1990 zijn geweest.
Mooi was het als Hugo met zijn jaar op SMO was. Kreeg ik als Zeun, de sleutel van zijn hok op de KMA. Ipv met 8 op een kamer, had ik ineens voor drie maanden een plekje voor mezelf.
In 1997 hadden we visite afgesproken, maar die moest worden verzet vanwege een cursus van mij in Zuid-Duitsland. Het gekke is dat er nooit een vervolgafspraak is gemaakt.
Het contact was er niet meer, anders dan via social media of van horen van. Dat wij beiden niet meer bij defensie werkten was daar mede debet aan denk ik.
Vandaag kreeg ik het bericht van zijn overlijden, dan komen de herinneringen terug alsof ze gisteren gebeurd zijn.
Ik wens jullie alle kracht, moed en troost van onze Hemelse Vader, bij wie Hugo nu mag zijn.
Ard Kleijer