Lieve Hendrik, Lieve Feikje,
Rond 1980 ontmoetten een Friese en een Amsterdamse jongen elkaar bij een herhalingsoefening van de Nederlandse krijgsmacht. Twee totaal verschillende werelden maar één in hun weerzin tegen de, toen nog verplichte dienstplicht. Hun vrouwen kwamen hen na afloop ophalen en er werd ter plekke besloten om met elkaar te gaan lunchen.
“Zat, die vlieg al in de cola, toen ik hem bracht?” is daarna tussen ons een gevleugelde uitspraak gebleven. De cola smaakte niet echt meer, want was de vlieg er in de keuken niet gewoon stiekem uitgehaald? Erg vriendelijk en behulpzaam was men per slot niet in dat restaurant. De cola smaakte niet meer maar de kennismaking smaakte naar meer. Het begin van een vriendschap; tot op de dag van vandaag. Soms begrijpen we, zonder uitleg, elkaars wereld niet maar wederzijds respect er is altijd .
In al die jaren hebben we veel leuke maar ook moeilijke dingen met elkaar gedeeld. Veel herinneringen gemaakt, waar we de laatste tijd en vooral de laatste dagen veel aan terugdenken. Diep respect voor jullie alle twee, hoe jullie de laatste jaren samen hebben beleefd en ook met ons gedeeld. Heel graag hadden we gewild dat het met zijn vieren, langer had kunnen duren maar we onderschrijven van harte de liefdevolle woorden van Feikje en de kinderen.
It is goed.
Wy binne der, gean mar.
How gjin noed, do bliuwst altyd bij us.
Van jou Hendrik nemen we nu afscheid. Dankbaar dat we je hebben leren kennen en deel uit maakten van elkaars leven. Soms was er veel contact, soms ging er erg lange tijd voorbij maar altijd zochten we elkaar weer op. Met jou kunnen we helaas geen nieuwe herinneringen maken. Met jou Feikje hopen we dat nog heel lang te kunnen doen en je de door corona uitgestelde knuffels alsnog te geven. Je ontkomt er niet aan meissie.
Voor de laatste keer;
Lieve groet voor jullie samen,
Rutger en Maria