O boy, waar zal ik eens beginnen. Bij het begin dan maar.
Hans werd eind jaren tachtig mijn directe baas als afdelingsmanager bij een kassaleverancier. Van collega’s werden we vrienden, lachbuddies met hetzelfde gevoel voor humor. En na verloop van tijd sloeg er wel eens een vonkje over en dat werden en steeds meer.
Tot hij een keer vroeg of ik mee wilde naar Hoogeveen op zondag, om een dagje parachutespringen mee te beleven. Moest ik wel al voor half 8 klaar staan om opgehaald te worden. Hij heeft zich pas jaren later gerealiseerd wat een enorm offer dat voor mij was om op een zondag zo vroeg op te staan! Afijn, het werd een bijzonder gezellige dag, samen met de springmaten van Hoogeveen, en toen was er geen houden meer aan.
Relaties op het werk waren uit den boze en zeker tussen directe collega’s. Lekker stiekem en spannend dus om elkaar op maandagochtend droogkloterig te begroeten, terwijl je net uit hetzelfde bed kwam rollen.
Vanaf daar hebben we 28 jaar samen opgetrokken, met ups en downs, maar vooral veel ups. Over heel veel oneens, maar altijd elkaar vinden in de rode draad in het leven, waar het nu werkelijk om gaat, wat echt belangrijk is. Heel veel vrienden gemaakt, krankzinnige avonturen beleefd op zakelijk en persoonlijk vlak en twee fantastische kinderen op de wereld gezet. Altijd geroepen “never nooit kinderen”, maar zelden een trotsere papa gezien.
Dat gold hetzelfde voor trouwen, wat we na 15 jaar toch gedaan hebben.
Omdat de mevrouw van ABN Private Banking beredeneerd had dat dat het meest eenvoudige was om een aantal zaken vast te leggen. OK goed, zeiden wij, waarmee we het arme mens de stuipen op het hoogzwangere lijf hebben gejaagd, omdat ze serieus dacht dat wij gingen trouwen omdat zij dat zei.
En wat vonden mijn ouders en vrienden Hans in het begin een rare snuiter. Het heeft even geduurd voordat ze doorhadden hoe hij in elkaar zat en hoe onze relatie werkte. Ook buitenstaanders snapten niet altijd hoe onze relatie in elkaar zat. We deden veel samen, maar ook veel onze eigen dingen met onze eigen vrienden. Dat is een kwestie van elkaar gunnen. Waar Hans zijn jacht, parachute-, motor- en schietsport activiteiten had, ging ik lekker uit m’n dak met mijn dansvriendjes bij Armin, naar het theater met ‘schone zussen’, bijbeppen met vriendinnen onder het genot van bijvoorbeeld een wandeling, saunabezoek of high tea. Het leuke is dat heel veel ‘eigen’ vrienden in de loop der jaren gezamenlijke vrienden zijn geworden. Extra waardevol op dit moment.
“Zeg konijntje, heb ik vandaag al gezegd hoe leuk je bent?”.
Hans heeft altijd volgehouden om elke dag te vertellen hoe leuk en lief hij mij vond. Soms serieus, soms met een grapje, maar elke dag. Dat is maar één van de dingen die ik gruwelijk ga missen. Deze week heb ik al honderd keer gedacht ‘o, even aan Hans vragen’ en dat gaat niet meer. Geen handige bromsnor meer in huis die overal raad op weet, al het technische geneuzel regelt in en om het huis, weet waar alles ligt en hoe alles werkt.
We gaan proberen het maar dag voor dag te bekijken en het te rooien met z’n drietjes. Met hulp van familie, vrienden en kennissen. Ondanks het verdriet voel ik me bevoorrecht, omdat ik zoveel lieve mensen om me heen heb, mede dankzij Hans. Met als belangrijkste natuurlijk Claudia en Mark, mijn twee kanjers.
Mijn onnavolgbare maatje, allerliefste lief, stoere en unieke papa, onze rots in de branding. Ik kan geen woorden vinden om de diepte en omvang van mijn verdriet te beschrijven. Ik heb me voorgenomen om niet te blijven hangen daarin, maar Hans in ere te houden door ‘team Schenk’ liefdevol en succesvol voort te zetten. Maar daar kan ik af en toe wel een letterlijke of figuurlijke helpende hand bij gebruiken en ik weet dat ik daarbij op jullie allemaal kan rekenen.
Als afsluitend liedje heb ik gekozen voor Herman van Veen (Liefde van later). Vond Hans echt een vreselijke kwezel, maar hij was het dan weer wel met me eens dat het een hele mooie tekst is. Ik kan het zelf niet beter onder woorden brengen.