13-08-2016
Eénmaal per maand kwam ik bij Gerwin langs om te schaken. Ik stond dan voor zijn voordeur en drukte op het blauwe schijnsel van de bel. Net als je dacht: “Gerwin is er niet”, kwam hij schuifelend naar de voordeur om deze te openen.
“Hee Oscar ben je er weer?” zei hij met een sigaret in zijn handen. Zwijgzaam liepen we naar zijn kamer. Ik kon zien aan de mate van kranten op de vloer hoe zijn stemming was. Was er weinig vloer te zien, ging het niet zo best. Vaak was er weinig vloer te zien. We gingen zitten in de stoel en ik vroeg hoe het met hem was. ” Vreselijk” zei hij dan, “altijd dat gepieker en het niet kunnen stoppen met het overmatig denken….vreselijk, dit is niet vol te houden Oscar”. Gerwin zette dan vaak muziek op. Soms klassiek…… de Mattheuspassion heb ik vrij vaak gehoord. Dan zaten we met de ogen dicht hiernaar te luisteren. Twee volwassen mannen die zichtbaar genoten van de muziek….. zijn muziek. Als het beter met Gerwin ging, hoorde je natuurlijk Peter Gabriel. En dan vooral luid….heel luid! Dan kon je aan Gerwin zien, dat hij zichtbaar genoot. Hij probeerde op zijn eigen manier mee te zingen en deed dit met veel enthousiasme. Van zijn gezicht waren expressie en drama af te lezen.
Na het muzikale half uurtje gingen we naar het naast gelegen kamertje. Hier stond het schaakbord al klaar. Soms stonden de stukken opgesteld maar meestal niet. We plaatsen de schaakstukken op het bord en Gerwin vroeg altijd: “Spelen we met de klok?” “Ja, we spelen met de klok”. Een lege bladzijde van het kladblok kwam boven te liggen, want Gerwin moest natuurlijk alle zetten bijhouden die tijdens dit spel gespeeld werden. Vaak had ik wit en mocht ik beginnen. De eerste 5 zetten verliepen in stilte. Dan werd de klok stilgezet en kwamen de verhalen van vroeger naar boven. “Weet je nog met Sipko in Denemarken? Weet je nog met Arco bij de tuinen van Dijkstra en in Gorssel? Bij Tinanda in Smilde? Dat alles speelde zich voor Gerwin af in een mooie en voor zijn doen een onbezorgde tijd.
Maar ook het heden kwam ter sprake, zijn ouders, die hij graag bezocht. Hij zag dat als zijn vakantie. Dan genoot hij van het lekkere eten van zijn moeder , maar ook van de discussies met ‘meneer Kolkman’. De passie voor muziek die hij deelde met zijn broer Arjen en het schaken met zwager Hans. Hans kon het hem moeilijk maken met zijn paarden. En Betty….die lieve zorgzame Betty. “Ik moet van Betty eiwitdrankjes supplementen gebruiken, want dat is goed voor de genezing van mijn geïnfecteerde teen”. Of dan was hij in één keer al zijn lange haren en baard kwijt. Betty vond het geen gezicht, dus het haar en de baard werden op dat moment ingekort. Tijdens de pauzemomenten van het schaken werd er veel gelachen. Wat kon je lachen met Gerwin! Deze momenten koester ik en ik heb hier ontzettend van genoten.
Als het schaakspel op zijn einde liep, was voor Gerwin vaak ook de koek op. Aan de ogen en zijn mimiek kon je zien dat zijn energie was opgebruikt. “Zal ik maar gaan Gerwin?” “Ja, dat is goed. Dat gepieker, Oscar, dat is vreselijk! Dat breekt me op”. We maakten een nieuwe afspraak over een maand en namen afscheid. “Doe de groeten aan Hélène”, zei hij nog. “Tot ziens Gerwin”.
De laatste keer belde je me, Gerwin. Je vertelde me dat het niet goed met je ging. Je wilde de gemaakte afspraak verzetten en vroeg me of ik 17 augustus terug wilde bellen voor het maken van een nieuwe afspraak. Het staat in mijn agenda…maar het zal er niet meer van komen.
Gerwin….je bent er niet meer. Het lijden is voorbij. Je hoeft niet meer te piekeren. Rust nu maar uit.
Maar ik zal dat mooie mens dat ik heb mogen kennen, vreselijk missen.
Oscar