Lieve Emo,
De afgelopen weken verwacht ik ieder moment dat je kan binnenstappen. Het hoofd iets gebukt, om deze daarna weer op te heffen, want door de deur pas je net niet. We hebben het voor de zekerheid nog even opgemeten, maar je past er net niet onder door.
Het is wachten op je glimlach, waarbij je je tanden ontbloot en gedag zegt met je zware warme stem. Zoals je al die jaren al doet.
Al die jaren ben jij te vinden bij de verjaardagen, feestjes, boottochten of bbq’s. Hup op de fiets deze kant op komen en je zwaait je lange benen van de fiets af.
Dagen gevuld met boottochten, dansen en sjeezen over het ijs, op surfplanken, donuts of bananen achter de boot hangen, wij die jullie toejuichen bij de beddenrace, jij die aangeeft het toch iets onderschat te hebben, maar het wel weet uit te rennen, met elkaar meedoen aan het handbaltoernooi en filosoferen over het leven. Vele avonden hebben we met elkaar gezeten, nachten met elkaar op mijn kamer geslapen, de vloer bezaaid met matrassen op de grond.
De liefde voor eten delen we al jaren. Jij de liefde om het op te eten, ik om het te maken (oké en ik hou ook van het op eten). Emo eet mee, even dubbel check of er genoeg is, want jou met honger naar huis laten keren moet voorkomen worden. De laatste stokbroodjes kun je met gemak aan jou slijten. Je werpt een blik aan de groep, een dubbel check of de rest hun maag echt nog niet gevuld is en dan reikt je hand naar de bak.
Op Indian Summer krijg jij het dan ook voor elkaar om backstage een hamburger te scoren. Triomfantelijk kom je naar ons toe lopen, met een lach van oor tot oor en in je hand is de hamburger te vinden. Zo heb je weer brandstof voor een paar uur.
Het blijft onwerkelijk dat je niet meer binnen gaat stappen met je opgewekte glimlach. Ik mis je, wij missen. Wij gaan hier door met aan je denken en herinneringen ophalen.
Dikke kus, Eline