Lieve Birgit,
Zomaar op een dag belde ik weer bij je aan. We haalden herinneringen op die diep in ons hart opgeborgen lagen. Aan jouw bruiloft waar ik bruidsmeisje was, aan de instructies die ik daarvoor kreeg van je moeder. Aan jouw ouders en de mijne, het 'laatste bivak' met zijn ellendige alarm, de eekhoorns in de tuin. Onze broers die best buddies waren. We spraken over de weekenden die ik later bij jullie in Voorburg logeerde. De gezellige zaterdagmiddagen, waarop ik gekke uitspraken van de kinderen op het papier aan de binnenkant van de keukenkast mocht schrijven, waarop we knutselden en lekkers bakten, terwijl Jeroen piano speelde. De zondagmorgen waarop we gingen zwemmen met z'n allen en de scrambled eggs van het ontbijt. De zondagen dat we soms gingen wandelen en de kleine Margriet boos tegen de vliegen riep dat ze weg moesten, 'plieg pies, mama'
Ik keek naar je gezicht dat me zo vertrouwd was, met die hele speciale Birgit-mondmotoriek. Die ik vroeger voor de spiegel oefende, omdat ik hem zo mooi vond. We spraken over de uitdagingen van de nieuwe tijd, die verdrietig waren. Je was moe en dat was geen wonder, want je was veel in de weer nu Margriet ziek was. Je bracht me naar het station en zei dat je een heerlijke middag had gehad, die we snel over moesten doen...
De tijd daarna is razendsnel gegaan. We hielden contact, apten en belden af en toe. Je bleek niet zomaar moe...
Lieve Birgit, dank voor je warmte toen ik klein was, dank voor je liefdevolle aandacht voor mijn moeder in de laatste jaren van haar leven, dank voor je vrolijke stem, je lach, je inspirerende moed, voor wie je was en altijd zult zijn. Dank voor je lieve afscheidswoorden op de laatste donderdag van je leven. Geef Hans een dikke knuffel van me, groet Margriet en je ouders en de mijne. We laten je gaan, maar voortaan zal ik glimlachen als ik rozen ruik. En zomaar op een dag zien we elkaar weer. Liefs, Marij