Tips over condoleren of herinneringen delen?
Barbara was vanaf mijn vroegste jeugd als een grote zus die altijd spannende dingen organiseerde en bijzondere informatie wist te delen. Heel vroeger al op de Mozartweg, waar ze me uitnodigde in haar warme bed op de grote gure vliering van hun flat, om op de zondagmorgen van een logeerweekend lekker lang te liggen praten en lachen. Barbara durfde alles, wist veel, ging me voor in veel kattenkwaad en avontuur, leerde me geschikte en ongeschikte zaken. Zij en haar zusje Machteld logeerden bij ons, ik logeerde bij hen, op de flat en in hun vakantiehuisje in Eefde. Het leven in hun gezin was zo anders dan bij mij thuis... heerlijk en soms ook verwarrend. Bar en ik bezochten samen het gymnasium Johan van Oldenbarnevelt, waar ik haar overigens een keer in alle onschuld aan mijn ouders verlinkt heb, door te vertellen dat Barbara een heel zakje “gedroogde spinazie” had, om te roken! Toen ik 13 was, verhuisde zij naar Hengelo, waarna we elkaar veel minder konden zien.
Ik herinner me op indringende wijze hoe Barbara me aan het eind van haar studietijd vertelde hoe ze de tegenwoordigheid van geest had om tijdens haar hersenbloeding te bedenken dat ze de vorige avond de politie had gebeld – en hen dus nog net kon bellen door op “redial” te drukken. Zo redde ze haar eigen leven, maar er bleef wel degelijk restschade waar ze altijd last van hield. Helaas kon ze niet meer afstuderen, of zelfs promoveren, wat men haar had toebedacht. Maar haar geest bleef bij vlagen nog superscherp. We zongen een poosje samen en ze werkte achter de schermen voor ons koor. Toen ik in 2013 worstelde met mijn theologiescriptie, hielp Barbara me door scherpzinnige vragen te stellen naar mijn onderzoekslijn. Het lukte!
We leefden elk ons leven en in de laatste jaren had ze het niet zo makkelijk met gezondheidsklachten waardoor ze moeilijk kon lopen en vaak ook moe was. We togen gezamenlijk met haar stoelen van opa en mijn stoeltje van oma naar het Pouwercollege om ze liefdevol te laten herbekleden. Als feestje achteraf mochten we een hamburger bij McDonalds. Apetrots was ze toen ze voor mijn man de DVD-set van Hamelen op de kop had getikt, die nergens meer te krijgen was. Samen met Kees kwam ze ze brengen – om ze prompt bij een volgend bezoek weer mee te bietsen, om een kopie te trekken. Barbara legde me lastige muziekkwesties uit. We overlegden over de juiste vertaling van filmteksten, zochten naar die éne uitgave van Shakespeare. En soms kletsten we uren over vanalles, aan de telefoon.
Het afgelopen jaar reed ik met haar naar het Zeister ziekenhuis voor een onderzoekje. Ik snoof haar parfum met genoegen op, en zij vertelde me met een schalkse glimlach dat ze zelfs haar voeten geparfumeerd had – zodat de arts plezieriger haar voeten kon doormeten. Hoe kom je erop! Dat dacht ik vaak over haar. We aten een pizza en via mijn telefoon organiseerde ik een videocontact van haar met mijn broer Niek. Het zou hun laatste contact worden – zoals ik achteraf begreep dat er heel veel afscheidscontacten geweest zijn de laatste maanden. Toch best een bewust proces, nadat ze te horen had gekregen dat er een tumor was gevonden. Kon hij genezen worden? Er was een kans, maar makkelijk zou het niet zijn. Van rouw en boosheid kwam ze tenslotte ook bij een vorm van berusting.
Een andere keer belde ze op dat ze nergens lychees kon krijgen in haar buurt – en ik was zo goed of ik toog naar haar toe met vier enorme blikken vol – waar ze van “gevreten” heeft, zo lekker was het! Misschien was de aandacht en het bezoek nog wel lekkerder. Een andere wens van haar was dat ze eens in ons bad-in-de-tuin wilde. Toen het lekker warm was, belde ik haar en ze kwam, baadde heerlijk, at een flinke maaltijd, genoot van een vuurtje. “Ben je niet te moe?” vroeg ik haar. “Nee,” zei ze – “die moeheid die wordt alleen maar erger, dus ik ga niet wachten!”
Nog geen week later werd ze plotseling met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Thuis ging het niet meer, ze kón niet meer. De liefdevolle zorgen in het ziekenhuis waren een verademing, met zuurstof, behandeling van wat infecties, en nog wat onderzoek. De dokter vond het goed voor haar als er dagelijks iemand op bezoek kwam. Barbara koos de mensen en daar zat ik ineens naast haar bed. Ik bracht natuurlijk een badeendje met hartjes voor haar mee, wat ze “uitprobeerde” in haar glaasje water. We dronken thee, ik kamde haar haar, ze genoot van haar maaltijd en stuurde haar complimenten naar de kok. Het was alsof alle machines, slangetjes en infusen onbelangrijk waren. Lieve verpleging zorgde af en toe voor een hulpstofje en hield hier en daar wat in de gaten. Barbara stelde me voor aan de verpleegkundige waarvan ze al had uitgevonden dat die ook Karen heette en naar hetzelfde boek vernoemd was als ik... En een volgend ogenblik kreeg ik weer met een kennersblik commentaar en modeadvies over mijn kleding, grappen over de inderhaast ingepakte toilettas, over haar lijf. Ze sprak erover hoe graag ze weer naar huis zou gaan, naar haar eigen holletje daar. Ze genoot likkebaardend van een foto van een mooie man. Barbara was er helemaal, ongeacht haar omstandigheden En nu al haar behoeften vanzelf voorzien waren, was ze ontspannen en aandachtig, de grote gekke zus, alsof we voor die middag éven naar vroeger terug konden, en ziekenhuisje speelden.
Twee dagen daarna kreeg ze een uitslaggesprek zonder hoop op genezing. Het leek alsof daarmee voor Barbara alle streven ook ophield. De dag daarna was ik in alle vroegte op de hoogte dat haar leven snel zou gaan eindigen. Samen met Machteld, Servaes en Claudette (en nog anderen per app ondersteunend) waren we in het ziekenhuis, die laatste lange dag van Barbara’s leven.
Barabara, mens van muziek, ging heen op gezongen klanken en met een hand in de hare. Dag, lieve vriendin, grote stoere zus, bevrijd van een weerbarstig lijf… ik hoop dat je in vreugde terechtkomt, al je lieve katjes terugziet (veel Freekjes!) en een peuk op kunt steken in je eigen heerlijk hemels hol waar je, slank en schitterend, soepel boogie-woogiet op de muziek van de hemelse sferen....
Mijn fotoos zijn genomen in de laatste week van Barbara’s leven.
Barbara kende ik van Muziekwetenschap, een hartstochtelijke, warme meid, die ook hard kon zijn. Haar heengaan betekent het einde van een tijdperk van meer dan 25 jaar gezamenlijke projecten, waarbij wel elkaars criticus en sparing partner waren. De eerste foto is van 2017 in de Utrechtse Dom bij de presentatie van mijn boek over Domcantor Maarten Kooij, waarbij zij mijn kritische lezeres was geweest. Daarna volgde o.a. de muziekgravure van een strijkkwartet van onze oud-docent Jan Boogaarts, die ik voor haar nakeek.
Omdat Barbara haar einde voelde naderen, hebben we op 20 juni j.l. Jan Boogaarts nog bezocht . Zo kon ze ook het boompje zien waarvoor zij bij zijn 85ste verjaardag in 2019 had gezorgd (foto 2). Op 17 juli j.l. nam Barbara op eigen wijze afscheid van Maarten Kooij bij zijn graf in Soest (foto 3). Dat vond ze belangrijk omdat zij samen in 2007 zoveel plezier hadden gehad bij het maken van partituren van zijn composities. Nu kón ze eigenlijk al niet meer, maar we gingen toch en waren dankbaar hier nog samen geweest te zijn.
Ik ga haar héél erg missen. Mieke Breij (Utrecht)
Laat nabestaanden weten dat u aan hen denkt
Plaats een reactieDe mooiste herinneringen zijn vaak eenvoudige momenten waar je het eerst aan denkt. Condoleances zijn vaak de woorden die als eerste in je opkomen om verdriet te delen.
Tips nodig voor het schrijven van condoleances of herinneringen?
Niet iedereen die reageert kent zowel de nabestaanden als de persoon die overleden is.
Het gaat om uw betrokkenheid, een reactie plaatsen is dan altijd gepast.
Zo worden meer mensen geïnformeerd en kunnen er tevens meer reacties en herinneringen worden verzameld.