“Ik weet iemand voor Paramaribo Zoo: Hans Vonk!”
Ergens in 2003 – ik vermoed in april – liep Peter van Dordrecht mijn kantoor binnen. Als coördinator van de vrijwilligers in Diergaarde Blijdorp bezit Peter een buitenproportioneel groot netwerk. Hij wist dat ik op zoek was naar een onverbeterlijk optimist, liefst met leidinggevende kwaliteiten, die een jaar naar Suriname wilde afreizen om het noodlijdende Paramaribo Zoo uit het slop te trekken.
“Hans Vonk?”
Ik had nog nooit van de beste man gehoord, maar was tamelijk wanhopig. Wie kreeg ik zo gek om onbetaald een vrijwel onmogelijke klus te klaren? Paramaribo Zoo had zijn gloriedagen allang achter de rug. Twintig jaar na de revolutie was de dierentuin een schim van zichzelf. Verwaarloosde hokken, een marginale collectie dieren en een schrijnend tekort aan personeel. Paramibo Zoo - of wat daar van over was – dreef volledig op de inspanningen van “directeur” Tulsi en een vijftal slecht betaalde verzorgers die met de moed der wanhoop tuin draaiende hielden.
Na een korte omschrijving van Hans' capaciteiten, gaf Peter me zijn telefoonnummer.
Ik belde hem ,meteen op.
Via de hoorn tuimelde Hans mijn leven binnen. Hij klonk verbaasd, maar was geïnteresseerd en struikelde doorlopend over zijn woorden. Een merkwaardige gesprekspartner.
“Waarom denk je eigenlijk dat ik die klus kan klaren?” vroeg Hans.
“Dat weet ik nog niet. Kunnen we elkaar in Blijdorp ontmoeten?”
Een dag later zocht Hans mij op. Ik was meteen overtuigd; dit was ‘onze’ man in Paramaribo. Niet zozeer door zijn indrukwekkende CV en dito omvang, maar vooral door zijn tomeloos optimisme, guitige pretoogjes en oprechte enthousiasme. Zelf ben ik bepaald niet lichamelijk, maar Hans nam daar geen notie van, greep me met twee handen stevig bij de pols, boog zich voorover en fluisterde samenzweerderig: “Ik doe het, maar Annelies moet het eerst goed vinden.”
Of Annelies dat punt ooit heeft bereikt, betwijfel ik. Feit is dat ik haar enkele weken later samen met Hans op kantoor leerde kennen. Ze vond Hans’ nieuwste avontuur zijn slechtste idee ooit. Althans, dat vermoed ik. Ondanks Annelies’ reserves hadden we Chinees gehaald om Hans’ twijfelachtige klus te vieren. Terwijl Hans voortvarend het project roemde, was ik vooral bezig Annelies gerust te stellen. Zonder veel succes – dat hele project kon haar (op dat moment) gestolen worden – maar toch voelde ik een klik. Ik snapte Annelies' bezwaren volledig en voelde me oprecht schuldig dat ik de oorzaak was van haar ongemak. Hans’ beslissing stond echter vast: hij ging. Ik beloofde Annelies contact te houden tijdens Hans’ afwezigheid.
Het avontuur in Suriname heeft gelukkig geen wig gedreven tussen Hans en Annelies. Hoe kon dat ook? Zo’n fijne vent, zo’n lieve vrouw, zo’n hechte relatie. En wat mij betreft werd het project – na deze valse start – het begin van een mooie vriendschap.
Een half jaar hield Hans het vol, daar in Suriname. Hij zette grootse veranderingen in gang, maar zijn ADHD-achtige, creatieve stijl werd niet door iedereen gewaardeerd. Begrijp me niet verkeerd; de verzorgers droegen Hans op handen, de Nederlandse sponsors en dierentuinen eveneens, maar de Surinaamse hoge heren, met name in het bestuur van Paramaribo Zoo, konden moeilijk wennen aan Hans’ informele, directe manier van doen. Hans bedoelde het goed, maar was zowel slachtoffer als aanstichter van een klassieke botsing der culturen. Hans ging te hard en het bestuur van de Zoo te traag, zullen we maar zeggen.
Het mooie aan Hans is dat hij zich nooit heeft laten frustreren door het onbegrip dat hij in Suriname ondervond. Eenmaal terug bleef hij een drijvende kracht achter het project. Hij vond Mirjam Berkhout bereid in zijn voetsporen te treden als interim manager van de Zoo, en behandelde meneer Wijngaarden, de voorzitter van het bestuur, met alle egards toen hij naar Nederland kwam voor een tournee langs de Nederlandse dierentuinen.
Heel sportief.
Hoe het ook zij: ondanks zijn versnelde terugkeer legde Hans toch maar mooi het fundament voor de wederopstanding van Paramaribo Zoo. Een knappe prestatie.
Ik heb heel veel van Hans geleerd en blijf inspiratie putten uit zijn positieve levenshouding en aanstekelijke dynamiek. Zo’n kanjer kom ik geen tweede keer tegen, althans niet in dit leven. Misschien dat ik ooit als eerbetoon nog ‘s melkcupjes ga sparen.
Robert van Herk (destijds hoofd van afdeling Educatie in Diergaarde Blijdorp)