Toen ik 10 jaar geleden kwam werken bij de helpdesk zei jij: Wat mot ik nou met jou?
Jij werkte mij in en leerde mij de kneepjes van het registreren en hoe ik het systeem optimaal kon gebruiken.
In het begin luisterde je argwanend mee aan de telefoon en zei je: oke dat kan je in ieder geval, hup naar het volgende!
Het inwerken deed je met veel geduld en gaandeweg kregen we een goede relatie.
Mijn eerste kennisitem liet ik door jou beoordelen. Ik kreeg hele goede feedback van jou dat gepaard ging met veel humor.
Toen we de balie gingen inrichten op J-01-015, vond je de kaarsjes en potpourri maar onzin.
Maar na een tijdje zei je: het is toch wel gezellig zo voor iemand die zit te wachten.
We waren beiden zeer competitief en toen na een paar jaar de "medewerker van de maand" werd geïntroduceerd werd het werken met jou echt een uitdaging!
Wanneer een collega won zei jij: ach, ik heb je laten winnen anders is het zo zielig en je hebt deze keer geluk gehad.
Gaandeweg groeide ik door naar een andere functie maar we bleven lief en leed delen met elkaar.
Wanneer ik naar de D1 liep, keek ik altijd of je bij de telefoon of balie zat.
Vaak kwam ik dan even een praatje maken met jou. De praatjes gingen over de toestand in de wereld, kinderen, waar de aanbiedingen waren deze week tot aan kooktips.
Toen ik weer bij de servicedesk kwam zitten op de J-01-094 leek het alsof ik nooit was weggeweest.
Je zei: best handig om "office" hier te hebben zitten hahaha
Een keer had ik het zo koud en had ik jouw (werk)vest aangetrokken. Nadat ik het je gewassen teruggaf zei je: dit mag je wel vaker doen!
Met liefde hield ik de samosa's en roti rollen voor jou, Marlies en de kinderen, achter in de koelkast met een briefje erop: voor Rob!
Jouw achtergrond met nierziekte en die van mijn moeder, creëerde een open verstandhouding.
Toen ik mijn diagnose kreeg in 2021 heb ik oprecht met jou kunnen praten. Af en toe een berichtje via de app en na mijn tweede operatie in het LUMC kwam je langs en vroeg: hoe hebben ze je nu toegetakeld?
De vele infusen noemde je een mooi deltawerk en we waren allebei vol lof over de werking van morfine.
Tijdens mijn chemokuren vond je mijn kale kop wel bij mij staan en ik vond het zo fijn om met jou te relativeren over het leven inclusief alle ups en downs.
Toen ik weer fulltime aan de slag ging , vroeg je regelmatig hoe het ging en of ik niet teveel deed.
Wanneer ik en Ton weekendjes weggingen deelde ik de mooie plekjes en wanneer jij met Marlies een paar dagen wegging, kreeg ik mooie foto's en tips van interessante musea.
In de Pelikaan kwam ik je weer opzoeken en anders liep ik op de terugweg naar huis, langs de balie.
Nu is dat niet meer.
Niet meer informeren over hoe het weekend is geweest.
Niet meer even lekker klagen over van alles.
Het gemis is groot. Het niet meer zijn.
Hoe men met gemis en verdriet omgaat, verschilt per persoon...1 ding is zeker: Ik ga je missen.
Ik wens jullie heel veel kracht om met dit verlies om te gaan.