Iets meer dan een jaar geleden kreeg ik s'avonds het telefoontje dat je was verongelukt. Ik geloofde het niet eens. Ik zat op dat moment achter mijn computer en het enige wat ik zei, in het luchtledige was '' Dat kan helemaal niet.''.
En toch was het zo, je was en bent er niet meer. Mijn grote vriend, broer en papa van mijn geweldige neefje en nichtje. Het verdriet slijt niet, het gemis ook niet. Het lijkt heftiger te worden. Ik zie je dochter en denk aan jou, ik zie je zoon.. en denk aan jou.
Zie je hoe moeilijk ze het hebben? Ook met het feit dat ze geen plek hebben, buiten de plek van het ongeluk om jou te herdenken...? Want aan jou denken, en herdenken doen we altijd. Regelmatig vliegt het lijstje in eens van de muur, zonder reden. Niet alleen bij mij thuis trouwens, ook bij Ar. Ik vraag mij dan stil af, ben jij dat? Ik vraag me ook vaak af, ben je waar je wil zijn? Heb je überhaupt rust? Want ik weet, jou leven was helemaal niet voltooid. Je had nog zoveel voor te leven. Zoveel dromen... Je had slechts 50% als het niet minder is, van je leven genoten. Je moest nog zoveel. En dan zo weggerukt. We weten allemaal dat je het zwaar had, dat je soms met jezelf in de knoop zat, maar we weten ook dat je zoveel had om voor te leven, en zoveel had waarvoor je wilde leven. Je bent geen opgever. En nu... ben je er niet meer... en god wat missen we jou.
Je blijft in mijn hart, in mijn gedachten, en in mijn huis.
Als je verdriet heb, zoek dan een plek, waar je kan schuilen, hier, bij Ar, bij je kinderen. Ze voelen je aanwezigheid, wat soms een warme deken kan zijn. Want god, wat missen je mooie kinderen jou. Ik zie het gevecht wat je dochter soms moet leveren tegen het verdriet.
Heb je trouwens die prachtige tattoo gezien bij je zoon? Ter ere van jou. Van zijn papa.
Dat ben je altijd.
We houden van jou.
Less