Overlijdensbericht en herinneringsplaats van

Lucia Florus-Murg

01-08-192903-09-2021
      De mensen zijn als gras, zo zegt het oude boek,
      ze bloeien als bloemen in het open veld,
      dan waait de wind en ze zijn verdwenen.
      Elke bloem bloeit op haar eigen wijze
      en elk wordt geplukt, op een tijd die niemand kent,
      de een in de lente van het leven, een ander midden in de zomer,
      weer een ander in de herfst, of zelfs in de winter.
      Lucia was een bloem in onze levenstuin,
      een roos recht op zijn stengel, een statige en geurige lelie,
      een orchidee vol diepe kleuren, een vrolijk vergeetmenietje,
      een sterke duurzame chrysant, een stralende zonnebloem.
      Zij was voor velen een boeket vol kleuren,
      het rood van de liefde, het wit van de waarachtigheid,
      het geel van de warme lach, het groen van de hoop,
      het blauw van de trouwe dienstbaarheid.
      In al haar eenvoud was zij een mooie bloem,
      mooi om in huis te hebben.
      Door haar hartelijkheid en meeleven,
      bracht ze kleur en fleur in ieders leven.
      God heeft haar nu uit onze tuin geplukt
      om haar een plaats te geven in de zijne, in zijn eeuwig paradijs.
      Nu zeggen wij tot haar: Bedankt dat je was zoals je was.
      Wij gaan nu afstand doen van haar lichaam,
      het is nu een leeg lichaam, toch is het heel kostbaar voor ons
      omdat het haar geest zoveel jaren lang gedragen en belichaamd heeft.
      Maar voordat wij het aan de aarde toevertrouwen
      gaan we het besprenkelen met water en we branden wat wierook:
      water, ze is ermee gedoopt, het verwijst naar leven, Gods leven,
      wierook, het kringelt omhoog en verdwijnt in het niets,
      het wijst naar die onzichtbare en ongrijpbare God,
      en we spreken onze hoop uit dat God haar geest nu aanvaard heeft,
      en haar nieuw leven geschonken heeft.

      Laat ons Lucia nu begeleiden naar ons kerkhof,
      de laatste rustplaats voor haar lichaam.
      Daar leggen we haar neer in de aarde,
      in de handen van de levende God.
      Moge zijn zegen haar en ons blijven vergezellen,
      in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen

      Heer, geef haar de eeuwige rust,
      En het eeuwige licht verlichte haar.
      Dat zij moge ruste in vrede.
      Amen.

      Réquiem aetérnam dona eis, Dómine,
      et lux perpétua lucéat eis.
      Requiéscant in pace.
      Amen.