Hee vriendje,
Zo begroete je me vaak. Alsof je de kleine vriendschap die we hadden wilde betitelen of het was de bestempeling van de speelse, kwetsbare manier waarop we met elkaar spraken. Misschien een combinatie van beiden, zo lang kenden wij elkaar namelijk niet, zo vaak spraken we elkaar ook niet, waardoor wij elkaar waarschijnlijk ook maar beperkt leerde kennen. Beperkt...
Nu laat ik weer iets van me horen rooie en ik haat het. Ik haat het als ik probeer te bedenk wat me van jou het meeste is bijgebleven, dat blijkt dat het is dat je er niet meer bent. Ik wil je niet herinneren als iemand die afscheid neemt, wie wel? Je indrukwekkende afscheid die jouw familie en vrienden, waarvan enkelen mij bekend jou hebben gegeven hebben mijn blik vertroebeld. De ochtend zat vol met voetbal, geweldige typerende anekdotes, bier, liefde, gezeik en quotes. Zo zag ik jou ook, maar zo keek ik niet naar je.
Jij wist dat ik worstel met het leven en met mijzelf en het kan me niets schelen dat er nu meer mensen zijn die dit weten. Het was fijn om daar ongegeneerd met je over te kunnen praten en ik vond het minstens zo fijn dat je jezelf toestond om in mij iemand te zien met wie je over jouw strijd kon praten. Misschien omdat we het op onze eigen manier moeilijk hadden. Bedankt voor je anti-gezeik, geen veren in m'n dunne reet, nee anti-gezeik. Ja, zo noem ik het. De unieke manier waarmee je op een plagende, maar serieuze wijze in staat was om iemand een schop omhoog te geven. Bedankt voor je besmettelijke wilskracht, je rooie hoofd hoefde er niet eens altijd voor opgeheven te zijn, maar die relativerende humor van je na een uiting van algehele malaise vond ik zo bijzonder. Je ogenschijnlijk grote hoeveelheid energie, alsof je zeker wist dat je zelf onderdeel was van je genezing, die uiteindelijk nooit is gekomen. Elke keer dat ik boven kom na een worsteling, zij het dankzij een nabij dobberende boei, dan denk ik dat de boei rood is en jouw gezicht heeft.
Aanstaande zondag heb ik het genoegen om nog één keer onder de lat te mogen staan bij ons geliefde vriendenteam van Geel-wit waar je de enige échte coach was; het gezelschap tussen wie ik je heb leren kennen. Nog één keer trek ik mijn rooie Geel-wit shirt aan en sta ik met jouw vrienden in het veld, keep ik de pannen van het dak en drink ik niet op zaterdagavond. Alhoewel, één klein biertje dan, die ik op jou zal drinken. Ik ga je missen rood, het is nog zo vroeg...
Rust zacht vriendje.
Liefs, Je keeper.