.....waren steevast de woorden die John uitsprak als hij opnam voor ons wekelijkse belcontact - bijna elke donderdagavond. Ik werd 'belmaatje' van John eind 2020 toen Noortje mij vroeg of het niet voor mij wat zou zijn om, in voor oudere en alleenstaande buurtbewoners in de barre tijden vanwege Corona, een kortstondig lichtje in de wekelijkse sleur te zijn. Een uurtje 'gezellig lullen' met iemand die dat op prijs stelt; wie wil dat nou niet ;-). Ik had het genoegen om John te leren kennen; we hadden meteen een klik.
Meestal vloog het 'uurtje' om. Hadden John en ik het over muziek (uiteraard) waarbij hij altijd benieuwd was naar mijn band (hij is zelfs een keer komen kijken in het Antje Drijver) en ik hem Spotify-links stuurde met nummers waarvan ik de inschatting maakte: dit is wat voor John. Viel meestal in goede aarde al moest ie van het wat steviger werk niet veel hebben ('gitaarherrie'). We bespraken ook het wonen in (op) Zuilen, de stand van de wereld, mijn kinderen ('hoe is het met die knappe dochters van je?'), zijn verleden (was ie niet al te breedsprakig over) en, het laatste jaar: zijn gezondheid. Dat John niet heel oud zou gaan worden, daar hield ik rekening mee. Zijn hartproblemen, het abces, z'n gewrichtsklachten; het kwam allemaal wekelijks ter sprake. En dat vanuit hem met een bijna aan nonchalance grenzende nuchterheid ('Ach ja Jeroen, we hebben allemaal wel eens wat'). Dat vond ik ongelooflijk aan John; die bijna altijd lichte toon.
Gaandeweg werd John steeds opener over zijn lichamelijke klachten - met als gevolg overgewicht- die te maken hadden met zijn, ook in eigen ogen, ongezonde leefstijl. De koekjes, dat laatste plakje ham....('Het smaakt me allemaal zo goed ').
John zag zelf ook wel in dat het roer écht om moest. En dat ie dat dus verdomd moeilijk vond. Daar hadden we het de laatste maanden steeds vaker over. Ook omdat ik hem bekrachtigde in zijn voornemens om door te zetten. Ik moedigde hem aan gebruik te blijven maken van de hulp die hij vanuit meerdere disciplines kreeg.
Ons laatste gesprek, donderdag 19 okt. ging over verslaving. Hoe we daar precies op kwamen....geen idee meer. Ik vertelde over een dierbare vriend die alcoholist was en nog steeds veel had aan een buddy die hem op moeilijke momenten ondersteunt. John zag zichzelf dat vaak bij anderen doen; een luisterend oor zijn voor zijn medemens die het moeilijk heeft. Met veel enthousiasme vertelde hij daar over.
Ik vroeg hem of dat niet iets voor hemzélf zou zijn. Een maatje om hém te helpen op moeilijke momenten. Hij vond dat een heel goed idee en ging er over nadenken. We sloten allebei zeer tevreden ons gesprek af. Het bleek achteraf het laatste te zijn.
John, het genoegen was geheel wederzijds. Ik heb óók veel aan jou gehad tijdens onze gesprekken. Je oprechte belangstelling en luisterend oor. Het ga je goed. Kameraad.
Jeroen