20 maart 2010
Beste mensen,
Enigszins verrast door de rouwadvertentie in de Leeuwarder Courant
van 18 maart jl., waarin het overlijden van Jan Cornelis Kan werd
vermeld, hadden wij niet verwacht dat het verval van krachten zo snel
tot het einde zou leiden.
Wij willen u allen door dit verscheiden ons medeleven betuigen met
het verlies van uw familiehoofd en pleitbezorger van het onderwijs in
de lichamelijke opvoeding. Aan hem in het bijzonder maar ook aan
Mijnie, is voor ons een belangrijk deel in onze herinnering gestoeld op
prachtige jaren in de turnsport. Dat er dientengevolge ook een einde is
gekomen aan een jarenlange vriendschap tussen Jopy en Geert de Jong
en hen, werd 't de laatste jaren eveneens door allerlei
familieomstandigheden aardig beknot.
Toch blijven de herinneringen beklijfd van bijzondere momenten in de
jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw. Daarna nam de
frequentie af, zoals eerder aangegeven. De meeste herinneringen zijn
die waar de grote turnbetogingen met regelmaat door de Turnkring
Friesland werden georganiseerd en waarin Jan en ik de leidende
figuren waren. Er waren dan wel een paar duizend turners en turnsters
op diverse velden bezig hun oefeningen te demonstreren en trachten
de hoogste scores te halen in wedstrijden die daarin waren
ondergebracht.
Die activiteiten werden vooraf gegaan door een optocht van de
deelnemende verenigingen met vlaggen en vaandels met naam en
toenaam. Ik zie Jan nog zitten c.q. staan, het dakje van de auto open,
en Jan daarbovenuit torend met een grote megafoon. Proberend de
soms wel een kilometer lange stoet tot een disciplinaire eenheid te
laten starten. Natuurlijk moest dit allemaal ordelijk verlopen – stram
strak – , de leiders van de verenigingen keurig in wit gekleed en de
officials in donkerblauwe blazers en witte pantalon. In deze tijd
misschien een tikje potsierlijk maar toentertijd heel blits.
De mate van saamhorigheid alsmede de orde werden als heel
natuurlijk beschouwd. Ieder begreep dat het een zeer serieuze zaak
was waar plezier en bewegingslust het ultieme resultaat
weerspiegelde.
Daarnaast waren de cursussen in Overveen op het CIOS een veel
gewilde bezigheid de eigen vaardigheid te toetsen en eventueel later
uit te dragen in de verenigingen van de regio die men in zeker opzicht
vertegenwoordigde.. Dat ook deze activiteiten uitnodigden – vooral na
een vermoeiende dag waarin de spierpijn zich langzamerhand liet
gelden – tot hilarische taferelen laat zich raden. Jan was daar een
meester in: koorleider, zanginstructeur en entertainer van het zuiverste
soort, vooral In de liedjes die hij had geënt op bestaande muziek. Dat
daarbij ook weleens de gek werd gestoken met onze docenten en
cursusleider, de Nederlandse taal niet werd gekuist, maar rauw werd
opgediend was aanleiding tot veel hilariteit. Er werd dan wat
afgelachen over een 'natte droom', afgeleid van de naam Rozenboom.
Ook hoorden we op een bepaalde tijd weer terug zijn in het gebouw als
we uit wilden, ik meende 's avonds 22.00 uur , maar daarna wilde een
heel stel nog Overveen in, dan lieten wij ons uit het raam zakken door
lakens aan elkaar te binden konden we zowel naar buiten als naar
binnen. Jan daarentegen had op een zeker moment de lakens binnen
gehaald en de zgn. buitenploeg kon niet naar binnen, zij moesten de
conciërge laten komen en kregen de andere dag een flinke uitbrander:
Jan hield zich van de domme. We hebben die dagen en vele jaren later
noges uitbundig stilgestaan bij wat zich toen afspeelde.
Nog één herinnering uit de bestuurderstijd: onze technische
vergaderingen van de Turnkring Friesland hielden we altijd in Grou in
het Theehuis. Daarbij was de gewoonte dat Jan in functie van secretaris
het convocaat rondstuurde met agenda en de uitdrukkelijke
vermelding: na afloop etentje met gebakken paling aan de boorden
van het Pikmeer. Een in die tijd frivole opmerking die aanleunde tegen
wat men 'schuin ' typeerde.
Hopende aan uw wens gevolg te hebben gegeven, eindig ik met de
allerbeste wensen voor de toekomst en dat u zich lang mag heugen
een bijzondere vader te hebben gehad.
Natuurlijk is er nog veel meer te verhalen, maar de tijd ontbreekt mij
op dit moment. Ik weet : het is een ongelooflijk prachtige periode in
ons leven geweest en dat doet pijn er niet meer over te kunnen
spreken in elkaars nabijheid.
Met de meest hartelijke groeten uit Leeuwarden, van
Jopy en Geert de Jong.