Toen Jacques Ellen ontmoette en een relatie met haar aanving, moest hij noodgedwongen ook regelmatig naar Spaubeek, om Ellen in haar ouderlijk huis te ontmoeten. En toen was de fiets het normale vervoermiddel om je van het ene dorp naar het andere te verplaatsen. Niet zo normaal was de staat van de fiets waarop hij zich pleegde te verplaatsen. Dat ding rammelde namelijk aan alle kanten. Het gerucht ging, dat men in huize Heijen Jacques al twee straten verder kon horen aankomen.
Het leven en werken van Jacques vertoont veel parallellen met deze rammelende fiets. Waar hij was kon je hem meestal al van verre horen, duidelijk aanwezig en tevens op weg van de ene discussie naar de andere. Hij mocht zich graag inzetten voor zijn medemens, soms op het irritante af. Hij schroomde niet om medemensen, tegenstanders, zowel als medestanders, tegen de haren in te strijken en luid bellend zijn eigen standpunten naar voren te brengen, alles om maar het gestelde doel te bereiken. Dat kostte hem regelmatig zijn goede relatie met die medemensen. Enkele uitzonderingen zijn te vinden in met name Ellen en enkele van zijn directe familieleden.
De laatste jaren waren jammer genoeg ook te vergelijken met een rammelende fiets, de wielen bleven nog wel ronddraaien, maar de spatborden waren er al afgevallen, de banden lek, de ketting liep regelmatig van het tandwiel en de trappers waren haast niet meer rond te krijgen en uiteindelijk deed zelfs de bel het niet meer.
Maar om te spreken met Gerard Reve: "zijn leven is niet onopgemerkt gebleven".
Ellen, Roger en Femke, Sascha veel sterkte toegewenst.
Nettie en Jeu