Als oud-collega en vriend had ik graag een toespraak willen houden tijdens de uitvaartplechtigheid maar wegens tijdgebrek was dat niet mogelijk. Daarom mijn tekst in enigszins aangepaste vorm op deze plaats.
Het is 60 jaar geleden dat Frits en ik elkaar voor het eerst hebben ontmoet. In 1958 werd de eerste studentenflat in Delft geopend waar zowel Frits als ik een kamer kregen toegewezen, zij het in verschillende gebouwen. Dankzij het feit dat wij beiden een motorfiets bezaten kwam er toch een contact tot stand. Het is nu eenmaal zo dat echte motorrijders elkaar vroeg of laat vinden. Ik bezat een Engelse motorfiets en Frits reed op een legendarische Harley Davidson Liberator, het model dat in WO2 is gebruikt en dat u nu alleen aantreft in musea of tijdens oldtimer-evenementen.
Zo is ons eerste contact ontstaan en daar bleef het jarenlang bij. Wij hebben beide de studie elektrotechniek richting zwakstroom gevolgd, echter niet gelijktijdig en daardoor hebben wij elkaar nooit bij een college of practicum ontmoet.
Buiten het zicht van elkaar studeerden wij af, vertrokken uit Delft, ieder ging zijns weegs, dwz gingen in militaire dienst en vonden een baan, in beide gevallen in de defensie-sfeer via een detachering tijdens de dienst.
Toen ik 9 jaar later van baan veranderde kwam ik terecht bij het NAVO instituut in Scheveningen, toen STC geheten, en kreeg een functie in de afdeling waar ik tot mijn verbazing Frits aantrof. Dat was een onverwacht en verrassend weerzien en de verhalen van de Oudraadtweg in Delft werden uiteraard weer opgehaald. Dat was de overgang van ex-collega motorrijder naar professioneel collega.
In de periode daarna zijn wij bevriend geraakt, we hebben meegemaakt dat Helma ten tonele verscheen en de kinderen werden geboren, we hebben ook meegenoten van één van Frits zijn grote passies, het zeilen. Dit ging zo door tot 1982 toen Frits een functie aanvaardde bij een ander NAVO instituut in de omgeving van Parijs.
Wij hielden telefonisch contact en Frits deelde mij mede dat er een voor mij interessante vacature was die om budgettaire redenen tijdelijk was bevroren. Hij hield mij op de hoogte met als gevolg dat ik 3 jaar later heb gesolliciteerd en toen ben ik in Frits kielzog ook naar Parijs vertrokken waar wij weer in dezelfde afdeling hebben gewerkt.
De Mullers hadden in Frankrijk inmiddels een aantrekkelijke camping ontdekt aan het meer van Lacanau, in de regio Bordeaux, en dachten dat dat ook wel iets voor ons zou zijn. Dat bleek helemaal het geval te zijn en sinds die tijd hebben wij met onze caravans, zeilboten, catamarans en surfplanken zo’n 30 vakanties samen in Lacanau doorgebracht, aanvankelijk met en later zonder kinderen.
In 1998 zijn wij teruggegaan naar Nederland, Frits bleef nog een paar jaar doorwerken in Parijs, maar Lacanau ging gewoon door tot voor 4 weken geleden.
Toen Frits dit voorjaar opbelde en ons informeerde over zijn gezondheidssituatie deed hij dat heel luchthartig, vertrouwend op de diversie behandelopties die er zijn. Begin juni, 4 juni, hebben wij nog samen een interessante middag voor afgestudeerden beleefd op de TUDelft. Die middag moesten we wat lopen, staan en slenteren voor de demonstraties en dat we op en gegeven moment even op een bankje moesten gaan zitten is niet vreemd voor lieden van onze leeftijd, maar wat Frits betreft verliep het uitstekend en we namen afscheid met “tot over 14 dagen in Lacanau”.
Frits was toen nog niet met zijn medicatie begonnen en sprak er nog steeds optimistisch over.
14 dagen later in Lacanau zagen we een heel andere Frits, hij leed zwaar onder de bijwerkingen van de medicatie maar nog altijd met de hoop dat als de medicatie aan zou slaan de medicatie verlicht zou kunnen worden en daarmee de zware bijwerkingen die zijn hele spijsverteringsysteem volledig op zijn kop zette en al zijn energie wegnam zouden verminderen. Het kampement van de Mullers moest in zijn geheel door Helma worden opgezet en gerund, Frits had de energie niet meer en kon daar geen bijdrage meer aan leveren.
Gezamenlijke etentjes waren er uiteraard niet meer bij.
Ondanks zijn toestand wilde Frits niet naar huis, Lacanau bood hem afleiding.
Eenmaal thuis is helaas gebleken dat het optimisme van Frits ongegrond is geweest en daardoor zijn we helaas nu hier.
Waar wij, mijn vrouw Hester en ik, nu op terug zien is een lange periode met een goede collega en vriend, op het werk en tijdens de vele vakanties in Lacanau.
Frits we missen je !
Hester en Aat Schouten