Beste familie De Jong,
Van harte gecondoleerd met het verlies van jullie vader, opa en overgrootvader. Vanmorgen heb ik thuis de dienst zitten meekijken en meeluisteren. Het was fijn dat deze gelegenheid werd geboden. De typering die zijn dochters van hem gaven was voor mij heel herkenbaar. Ook de wijze waarop ds. Vernooij hem herdacht riep veel herkenning bij me op. Ik heb Cees de koster leren kennen toen ik consulent was in wijk Oost van de Hervormde Gemeente te Boven-Hardinxveld. Ik was toen nog verbonden als predikant aan de Hervormde Gemeenten te Goudriaan en Ottoland. Ik bezocht hem in het ziekenhuis. Hij was toen al patiënt. Hij zag mij als toekomstig predikant voor Boven-Hardinxveld wel zitten, als de andere nieuwe dominee maar net zo groot was als ik, want anders moest hij met de vlonder in de preekstoel blijven sjouwen. Aan zijn wens werd voldaan, want ds. Visser heeft hetzelfde postuur als ik. Voor de dienst overhandigde ik hem het briefje met de psalmen. Dikwijls was dat ook het moment dat hij even zijn hart bij mij uitstortte want een koster maakt heel wat mee. Daarna zei hij tegen mij: "Dominee, doe je best!" En ik zei dan tegen hem: "Zorg jij ervoor dat de kerk vol zit!" Het was een enthousiast begin. Met jullie moeder had ik ook een goed contact. Helaas konden mijn vrouw en ik haar begrafenis niet bijwonen. Toen ik enkele dagen later bij hem langs ging zei hij: "Dominee, ik had u wel verwacht", want van alle andere voorgangers had hij al reacties gekregen, behalve van mij. We hebben toen bijgepraat. Telefoneren deed ik eigenlijk bijna nooit. Altijd bezocht ik de mensen. Maar door de coronatijd is dat veranderd. Het bellen moest ik helemaal leren. Toen ik in '' De Kerk roept" las dat jullie vader 92 geworden was, dacht ik: "Ik zal hem bellen." Ik belde hem op een zaterdagochtend. Ik kreeg een verpleegster aan de lijn die zei dat ik om half vier terug kon bellen. Dat deed ik. Cees wist wel dat er een dominee zou bellen, maar niet welke. Ik feliciteerde hem met zijn verjaardag. Hij vertelde mij dat zijn einde voor de deur stond. En dat hij hoopte dat er in de vakantietijd een predikant beschikbaar zou zijn. Uit zichzelf sprak hij zijn vertrouwen uit in de Heere. Hij getuigde dat hij in vrede heen mocht gaan. Het deed me goed om dat van hem te vernemen, zonder dat ik er naar vroeg of op aandrong. Het was ons laatste gesprek en dat was ook voor ons beiden duidelijk. We hebben veel meegemaakt in de loop der jaren. Ik was ook bij zijn afscheid als koster en beleefde het moment mee dat hij een koninklijke onderscheiding kreeg. Een mooie blijk van waardering voor zijn jarenlange inzet. Het ligt me bij dat hij in het verleden ook nog enkele jaren full time koster is geweest. Dat is echt lang geleden, ik meen in de tijd van ds. Alblas. Het is mooi dat zijn zoon Kees in de voetsporen van zijn vader getreden is en zo nu en dan ook de kosterstaken waarneemt. Misschien is er nog wel een kleinkind of achterkleinkind dat gaat kosteren. Pas las ik in een oude kerkbode dat Willeke dabarwerk deed in Otterlo. Toen had ik niet kunnen denken dat ik daar ooit predikant zou worden. Inmiddels sta ik er al weer jaren en woon en werk daar met genoegen. Mede namens mijn vrouw en onze kinderen en kleinkinderen groet ik jullie allen hartelijk en wens ik jullie Gods zegen en nabijheid toe in jullie verdere leven.
Ds. P.B. Verspuij